Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 mei 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, verweerder
Inleiding
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [woonplaats], beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, waarin is vastgesteld dat hij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot werk heeft. Dit besluit volgde op een advies van het UWV, dat stelde dat eiser begeleiding of aanpassingen nodig heeft die een gewone werkgever niet kan bieden. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 13 april 2023 behandeld, samen met een andere zaak van eiser.
De rechtbank oordeelt dat het college aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan door eiser een arbeidsovereenkomst van 12 uur per week aan te bieden voor schoonmaakwerk op een school. Eiser betoogde dat dit werk niet passend was vanwege de drukte op de school, maar de rechtbank oordeelde dat deze stelling onvoldoende onderbouwd was. De rechtbank concludeert dat het college zich op zorgvuldige wijze heeft gebaseerd op het advies van het UWV en dat het aanbod van werk passend is, ondanks de bezwaren van eiser.
Eiser heeft ook aangevoerd dat het college niet tijdig een besluit heeft genomen en dat er strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank verwierp deze argumenten, omdat eiser niet kon aantonen dat hij ongelijk werd behandeld ten opzichte van andere geïndiceerden en omdat de termijn voor het nemen van besluiten in deze context niet van toepassing was. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.