ECLI:NL:RBDHA:2023:8371

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
NL23.11529
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning

In de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 11 april 2023 als kennelijk ongegrond was afgewezen. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 mei 2023 in Groningen, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. L.O. Augustinus, en een tolk aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. B.H. Werink.

De voorzieningenrechter heeft op 8 juni 2023 in een andere zaak, NL23.11528, uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.11529

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. B.H. Werink),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. L.O. Augustinus).

Procesverloop

Bij besluit van 11 april 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.11528, op 12 mei 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Tevens was een tolk aanwezig. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 8 juni 2023, zaaknummer NL23.11528, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.P. Kuiters, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.