ECLI:NL:RBDHA:2023:8351
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht met betrekking tot zicht op uitzetting
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 2 juni 2023 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring die aan eiser is opgelegd op 3 februari 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van deze maatregel voor het laatst getoetst in een eerdere uitspraak van 22 februari 2022, waarin werd vastgesteld dat de maatregel tot het sluiten van het onderzoek op 10 maart 2023 rechtmatig was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze uitspraak op 16 maart 2023 bevestigd. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel nog voldoet aan de eisen van het Unierecht, nu er een lange termijn is verstreken zonder dat eiser beroep heeft ingesteld tegen het voortduren van de maatregel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Marokkaanse autoriteiten in beginsel meewerken aan de verstrekking van een laissez passer, maar dat er tot op heden geen reactie is ontvangen. De rechtbank oordeelt dat er nog steeds zicht is op uitzetting, aangezien de Marokkaanse autoriteiten niet hebben aangegeven dat zij niet tot afgifte van een laissez passer zullen overgaan. De rechtbank heeft ook gekeken naar de voortvarendheid van de uitzetting en concludeert dat de Staatssecretaris voldoende stappen heeft ondernomen om de uitzetting te realiseren. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zijn medewerking aan de uitzetting verleent, wat een belangrijke factor is in de beoordeling.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat de voortduring van de maatregel van bewaring rechtmatig is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier P. Bruins, en is openbaar gemaakt op 2 juni 2023.