ECLI:NL:RBDHA:2023:8333
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag met tegenstrijdige verklaringen over incident in Gambia
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Gambiaanse nationaliteit, had op 13 mei 2021 een asielaanvraag ingediend, nadat hij eerder niet tijdig aan Italië was overgedragen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser Nederland in april 2021 is ingereisd en pas in mei 2021 een aanvraag heeft ingediend. Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en de verklaringen van eiser over een incident met een voertuig in Gambia als wisselend en tegenstrijdig beoordeeld. Eiser had verklaard dat hij een dodelijk ongeluk had veroorzaakt, maar zijn verklaringen varieerden over de details van het incident. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht de aanvraag als kennelijk ongegrond heeft afgewezen en dat eiser Nederland onmiddellijk moest verlaten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.