ECLI:NL:RBDHA:2023:8330
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Georgische nationaliteit wegens gebrek aan aannemelijke vrees voor vervolging
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser met de Georgische nationaliteit. De eiser had op 26 januari 2023 een asielaanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 1 maart 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser op 11 april 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij persoonlijk risico loopt op vervolging. De rechtbank wijst erop dat de eiser niet heeft aangetoond dat er een causaal verband bestaat tussen de intimidatie door straatcriminelen en de Georgische autoriteiten. De rechtbank concludeert dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij in gevaar is in Georgië, ondanks zijn claims van intimidatie en bedreiging.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.