Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,00.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser met de Albanese nationaliteit en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat op 22 april 2023 door verweerder was opgelegd. Dit besluit hield in dat eiser niet langer rechtmatig in Nederland verbleef en onmiddellijk naar Albanië moest terugkeren. Eiser stelde dat het terugkeerbesluit geen inreisverbod bevatte, terwijl verweerder betoogde dat het besluit wel degelijk als een inreisverbod moest worden gelezen, in samenhang met een proces-verbaal van bevindingen van 24 april 2023.
Tijdens de zitting op 8 mei 2023 trok eiser zijn beroep in voor zover dit gericht was tegen het terugkeerbesluit, maar stelde hij dat het besluit van 22 april 2023 geen inreisverbod bevatte. De rechtbank oordeelde dat verweerder geen inreisverbod had opgelegd, omdat het besluit van 22 april 2023 enkel als een terugkeerbesluit was geformuleerd en geen aanknopingspunten of motivering voor een inreisverbod bevatte. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk was, omdat er geen inreisverbod was opgelegd.
De rechtbank veroordeelde verweerder echter wel in de proceskosten van eiser, die op € 1.674,00 werden vastgesteld. Dit bedrag was gebaseerd op de kosten voor rechtsbijstand die eiser had moeten maken om beroep in te stellen tegen het besluit van 22 april 2023. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en werd openbaar gemaakt op 31 mei 2023. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na bekendmaking hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.