ECLI:NL:RBDHA:2023:8315
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestuurlijke boete wegens overtreding van de Wet op de Kansspelen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de vennootschap [verzoekster] Ltd. tegen de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit. De zaak betreft een bestuurlijke boete van € 12.640.000,- die aan verzoekster is opgelegd wegens overtreding van de Wet op de Kansspelen (Wok). Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de boete tot het moment dat verweerder op het bezwaar heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. Verzoekster heeft financiële stukken ingediend ter onderbouwing van haar claim dat betaling van de boete zou leiden tot faillissement. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat een financieel belang in de regel geen aanleiding geeft tot het treffen van een voorlopige voorziening. Bovendien is er geen sprake van evidente onrechtmatigheid van het besluit van verweerder. De voorzieningenrechter concludeert dat het besluit van de Kansspelautoriteit niet onterecht is, aangezien verzoekster zonder vergunning online kansspelen heeft aangeboden.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is en het besluit niet evident onrechtmatig is. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 maart 2023, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.