ECLI:NL:RBDHA:2023:8290

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
NL23.11599
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het bestuursrecht, specifiek het vreemdelingenrecht. Verzoekster, van Syrische nationaliteit, had op 17 april 2023 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, geregistreerd onder zaaknummer NL23.11598. Tegelijkertijd verzocht zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat haar uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed vereist is, gelet op de betrokken belangen. Echter, aangezien het connexe beroep onder zaaknummer NL23.11598 op dezelfde dag ongegrond is verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Dit leidde tot de beslissing om het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.11599

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Khalaf)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.P. Gaal-de Groot).

Procesverloop

Bij beroepschrift van 17 april 2023 heeft verzoekster beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van verweerder van diezelfde datum. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.11598.
Bij verzoekschrift van 17 april 2023 heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist.
Bij uitspraak van heden is het connexe beroep ongegrond verklaard.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Aangezien het beroep met zaaknummer NL23.11598 bij uitspraak van heden ongegrond is verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient om die reden te worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.