Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV om haar WIA-uitkering per 22 maart 2022 te beëindigen. Het UWV had vastgesteld dat eiseres op die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was, namelijk 4,80%. Eiseres, die eerder 100% arbeidsongeschikt was geacht, was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met haar medische situatie en dat het besluit niet zorgvuldig was genomen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig onderzoek had verricht en dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op een overtuigende wijze had gemotiveerd. De rechtbank concludeerde dat de medische situatie van eiseres op 22 maart 2022 correct was beoordeeld en dat er geen reden was om aan te nemen dat de verzekeringsartsen aspecten van haar medische situatie hadden gemist.
Eiseres had medische informatie overgelegd ter ondersteuning van haar standpunt, maar de rechtbank oordeelde dat deze informatie geen aanleiding gaf om de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aan te passen. De rechtbank vond dat het UWV terecht had geoordeeld dat eiseres in staat was om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. De rechtbank concludeerde dat er geen strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel en dat het UWV op juiste wijze had gehandeld.