ECLI:NL:RBDHA:2023:8218

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
NL23.12708
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Denemarken

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.J. Metselaar, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De reden voor deze afwijzing was dat Denemarken verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.

Verzoeker heeft tegen het besluit van de staatssecretaris beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 31 mei 2023 in Middelburg, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Erik.

De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het beroep in een andere zaak (NL23.12706) ongegrond was verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager en is openbaar gemaakt op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.12708

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M. Erik),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 25 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Denemarken verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.12706, op 31 mei 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk (telefonisch) is verschenen A. Solomon. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.12706, heeft de rechtbank het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft ongegrond verklaard. Het verzoek wordt daarom als ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.