ECLI:NL:RBDHA:2023:8191
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag elektrische rolstoel voor binnen wegens ontbreken procesbelang
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een elektrische rolstoel voor binnen behandeld. Eiseres had eerder, op 1 juli 2020, een aanvraag ingediend die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag was afgewezen. Het college handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 12 februari 2021. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres inmiddels over de gewenste elektrische rolstoel beschikt, die haar door het college is verstrekt in een besluit van 14 juni 2022. Dit besluit houdt in dat eiseres tot en met 31 mei 2024 een speciale scootmobiel met kinderzitje en een elektrische rolstoel voor korte afstanden in bruikleen krijgt. De rechtbank concludeert dat eiseres geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep, aangezien haar verzoek is ingewilligd. Eiseres heeft niet gereageerd op verzoeken van de rechtbank om haar standpunt te verduidelijken, wat de conclusie versterkt dat er geen belang meer is bij de behandeling van het beroep. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.