ECLI:NL:RBDHA:2023:8020

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2023
Publicatiedatum
5 juni 2023
Zaaknummer
NL22.14977
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft eiseres, een Syrische vrouw, op 3 augustus 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 10 november 2022 de aanvraag van eiseres ingewilligd. De rechtbank heeft eiseres op 11 november 2022 verzocht om binnen twee weken te reageren op het inwilligende besluit, maar eiseres heeft geen reactie gegeven.

De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. Aangezien verweerder al een besluit had genomen op de asielaanvraag, had eiseres geen belang meer bij haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

Desondanks heeft de rechtbank eiseres een proceskostenvergoeding toegekend van € 418,50. Dit bedrag is toegekend omdat niet in geschil is dat verweerder niet tijdig op de asielaanvraag heeft beslist en eiseres een geldige ingebrekestelling heeft verstuurd. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op basis van de waarde per punt en de wegingsfactor.

De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiseres. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.14977

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiseres

geboren op [geboortedatum] ,
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.H. Hekman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 3 augustus 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
Bij besluit van 10 november 2022 heeft verweerder de aanvraag van eiseres ingewilligd.
De rechtbank heeft bij bericht van 11 november 2022 eiseres verzocht binnen twee weken de rechtbank te informeren of de inwilligende beslissing aanleiding is om het beroep in te trekken. Eiseres heeft geen reactie gegeven op het alsnog genomen besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.
2. Nu verweerder reeds een besluit op de asielaanvraag van eiseres heeft genomen, heeft eiseres geen belang meer bij haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Omdat eiseres desgevraagd geen reactie heeft gegeven op het alsnog genomen besluit, moet het ervoor worden gehouden dat dit besluit geheel aan het beroep van eiseres tegemoet komt. Het beroep heeft daarom niet op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht mede betrekking op het alsnog genomen besluit.
3. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Eiseres krijgt wel een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Niet in geschil is namelijk dat verweerder niet tijdig op de asielaanvraag van eiseres heeft beslist, dat eiseres vervolgens een geldige ingebrekestelling heeft verstuurd en dat verweerder pas na het instellen van het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit een besluit heeft genomen. Verweerder moet de proceskostenvergoeding betalen. Toegekend wordt € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,-, bij een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Karsowidjojo, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.