ECLI:NL:RBDHA:2023:802
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toegang tot zorg op basis van de Wet langdurige zorg voor een persoon met psychische problematiek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) inzake de toegang tot zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiser, geboren in 1995, heeft ADHD en een andere gespecificeerde psychotische stoornis. Hij heeft op 19 juli 2020 een aanvraag voor Wlz-zorg ingediend, maar het CIZ heeft in zijn primaire besluit van 11 september 2020 geoordeeld dat eiser geen recht heeft op deze zorg. Dit besluit werd in het bestreden besluit van 14 april 2021 gehandhaafd, waarop eiser beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak op 15 december 2022 behandeld. Eiser betoogde dat hij voldoet aan de voorwaarden voor Wlz-zorg, omdat er sprake zou zijn van een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24-uurszorg. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het medisch advies van de medisch adviseur zorgvuldig is opgesteld en deugdelijk gemotiveerd. De rechtbank concludeert dat er geen blijvende behoefte aan zorg is vastgesteld, omdat er nog behandelopties zijn die tot verbetering kunnen leiden. Eiser heeft geen objectieve gronden aangedragen om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de medisch adviseur.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen recht heeft op toegang tot de Wlz. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige te benoemen, omdat er geen twijfel is over de juistheid van het medisch advies. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.