ECLI:NL:RBDHA:2023:8008
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van toegedichte homoseksualiteit van eiser uit Gambia
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Gambiaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 28 november 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 27 februari 2023 door de staatssecretaris als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 21 maart 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht de asielaanvraag heeft afgewezen. Eiser heeft verklaard dat hij in Gambia werd gezien als homoseksueel vanwege zijn nauwe band met een buurman die als homoseksueel werd beschouwd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geoordeeld dat het asielrelaas van eiser ongeloofwaardig is. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd over de tijd en de persoon van wie hij hoorde dat hij als homoseksueel werd gezien. De rechtbank stelt vast dat de vrees van eiser voor problemen in Gambia voornamelijk is gebaseerd op geruchten en verklaringen van derden, en niet op eigen ervaringen.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als ongegrond heeft afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.