ECLI:NL:RBDHA:2023:7993

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
5 juni 2023
Zaaknummer
NL22.19382
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die een aanvraag had ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als familie- of gezinslid bij een derde, had haar aanvraag in een eerder besluit van 1 september 2022 buiten behandeling gesteld gezien door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bezwaar dat verzoekster had ingediend tegen dit besluit werd in een daaropvolgend besluit van 14 december 2022 ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de procedure hebben beide partijen aangegeven geen gebruik te willen maken van hun recht om ter zitting te worden gehoord, waarna de rechtbank besloot het onderzoek ter zitting achterwege te laten en het onderzoek te sluiten.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, onder zaaknummer NL23.1022, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier mr. L.L. Hol, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.19382
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.W. Verweij),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

In het besluit van 1 september 2022 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het verblijf als familie- of gezinslid bij [A] buiten behandeling gesteld.
In het besluit van 14 december 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar dat eiseres heeft ingediend ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De partijen hebben, nadat zij zijn gewezen op hun recht ter zitting te worden gehoord, verklaard dat zij hiervan geen gebruik willen maken. Vervolgens heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft. Het onderzoek is gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.1022, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.L. Hol, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
10 mei 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.