ECLI:NL:RBDHA:2023:7984

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2023
Publicatiedatum
5 juni 2023
Zaaknummer
NL20.12950 en NL20.12952
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in asielzaken

In de onderhavige zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL20.12950 en NL20.12952, waarbij verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, een voorlopige voorziening hebben gevraagd. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die hun asielaanvragen in de verlengde procedure niet-ontvankelijk heeft verklaard. De verzoekers verzochten de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op hun beroepen was beslist.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 16 juli 2020 behandeld, maar heeft uiteindelijk op 25 mei 2023 in een eerdere uitspraak in de zaken NL20.12949 en NL20.12951 de beroepen van verzoekers afgehandeld. Aangezien de beroepen zijn afgedaan, zijn de verzoeken om voorlopige voorzieningen niet langer nodig. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken als kennelijk ongegrond afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.12950 en NL20.12952

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam], verzoeker 1, V-nummer: [nummer], en

[naam], verzoeker 2, V-nummer: [nummer]
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. P.A.E. Engelen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen).

Procesverloop

Bij twee afzonderlijke besluiten van 18 juni 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder
de asielaanvragen van verzoekers in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekers hebben beroep (NL20.12949 en NL20.12951) ingesteld tegen de bestreden besluiten. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat zij niet zullen worden uitgezet voordat er op de beroepen is beslist.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, samen met de zaken met nummers NL20.12949 en NL20.12951, op 16 juli 2020 op een zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.H.T. Jansen. Ter zitting is het onderzoek geschorst.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 25 mei 2023 in de zaken met nummers NL20.12949 en NL20.12951 heeft de rechtbank de beroepen waarop deze verzoeken om een voorlopige voorziening betrekking hebben afgedaan. Daarom zijn geen voorlopige voorzieningen meer nodig. Om die reden worden de verzoeken als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.