Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die door de staatssecretaris niet in behandeling is genomen. Dit besluit is genomen op 9 mei 2023, waarbij verweerder zich beroept op het verantwoordelijkheidsbeginsel, in dit geval dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 24 mei 2023, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.14123, behandeld, die betrekking heeft op hetzelfde onderwerp. De rechtbank heeft in die zaak het beroep ongegrond verklaard, wat van invloed is op de beslissing in deze zaak.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening ongegrond is, aangezien het beroep in de andere zaak ook ongegrond is verklaard. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.