Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 2 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was opgelegd op basis van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die een asielaanvraag had ingediend, stelde dat de maatregel onterecht was en verzocht om schadevergoeding. De staatssecretaris heeft de maatregel op 10 januari 2023 opgeheven, maar het beroep van eiser bleef bestaan, waarbij ook schadevergoeding werd gevraagd.
De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de maatregel was opgeheven, het noodzakelijk was om te beoordelen of de tenuitvoerlegging van de maatregel onrechtmatig was geweest. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris zorgvuldig had gehandeld en dat de maatregel niet onredelijk lang had geduurd. Eiser, die afkomstig was uit de voormalige Sovjet-Unie, viel niet onder het besluitmoratorium, omdat hij niet de dienstplichtige leeftijd had. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om de maatregel onrechtmatig te achten en verklaarde het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding.
De uitspraak werd gedaan door rechter M.P. Verloop, in aanwezigheid van griffier N.V. Nunes. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.