ECLI:NL:RBDHA:2023:7892
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
Op 2 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 24 april 2023 door de Staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 23 mei 2023, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL23.13169, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De rechtbank heeft in die zaak al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L. Willems-Keekstra, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drenten-Boon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.