Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had eerder een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, welke maatregel op 20 april 2023 was opgeheven. Verzoeker had tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.11503, maar trok dit beroep later in. Het verzoek om een voorlopige voorziening, geregistreerd onder zaaknummer NL23.11674, werd gehandhaafd.
De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien het intrekken van het beroep, er geen beroepsprocedure meer liep. Hierdoor ontbrak de vereiste connexiteit voor het verzoek om een voorlopige voorziening, zoals gesteld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter verklaarde het verzoek om voorlopige voorziening dan ook niet-ontvankelijk. Tevens werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling bestond.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd op 1 mei 2023 aan de partijen verzonden. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.