ECLI:NL:RBDHA:2023:7882

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
NL23.2623
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak bodemzaak

In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.G. Wiebes, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Talsma, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag was door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 28 februari 2023, samen met een andere zaak (NL23.2622). Tijdens de zitting was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de bodemzaak, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 837,- voor de beroepsmatige rechtsbijstand verleend door een derde. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 maart 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.2623
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. J.G. Wiebes),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Talsma).

Procesverloop

Bij besluit van 27 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.2622, op
28 februari 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Hosseini. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.2622, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra - Foppen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
13 maart 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.