ECLI:NL:RBDHA:2023:7837
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Italië
Op 14 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had op 16 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag was door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 14 maart 2023, waar zowel de verzoeker als de Staatssecretaris zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank oordeelde dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag in een andere zaak (NL23.4990) was gedaan, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 17 maart 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.