Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. De eiser, van Indiase nationaliteit, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hem op 17 april 2023 de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser stelde dat verweerder onzorgvuldig had gehandeld door geen navraag te doen bij het Grens Coördinatie Centrum over zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning in Portugal. De rechtbank heeft de zaak op 24 april 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor de vaststelling van de identiteit en nationaliteit van eiser, en voor het verkrijgen van gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van een asielaanvraag. Eiser had aangevoerd dat hij nog jong was en dat zijn familie in India alles had verkocht, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden onvoldoende waren om te concluderen dat een lichter middel dan bewaring had moeten worden toegepast. De rechtbank concludeerde dat verweerder voldoende had gemotiveerd dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken, en dat de gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist waren.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 1 mei 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.