ECLI:NL:RBDHA:2023:7820

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
09/175751-21 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugshandel met een geschat bedrag van € 436.500,-

Op 2 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een veroordeelde die betrokken was bij drugshandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit de verkoop van 40 kilo cocaïne, geschat op een bedrag van € 436.500,-. De officier van justitie had een hogere schatting van € 459.500,- gedaan, maar de rechtbank baseerde zich op bewijs dat de veroordeelde samen met een mededader de cocaïne had gestolen en verkocht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toegewezen en de betalingsverplichting vastgesteld op het geschatte bedrag van € 436.500,-. De rechtbank heeft ook de duur van de gijzeling bepaald op maximaal 1080 dagen, in overeenstemming met de landelijke richtlijnen voor straftoemeting. De zaak is behandeld in een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de bewijsvoering uit de strafzaak heeft overgenomen en de betrokkenheid van de veroordeelde bij de drugshandel heeft vastgesteld op basis van getuigenverklaringen en chatberichten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/175751-21 (ontneming)
Datum uitspraak: 2 juni 2023
Vonnis ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht
De rechtbank Den Haag heeft op de vordering van de officier van justitie en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak ten aanzien van de veroordeelde:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1996 te [geboorteplaats] ,
verblijfadres: [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 19 mei 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van het standpunt dat de officier van justitie mr. E.J. van Drongelen op de terechtzitting heeft ingenomen en van hetgeen door de veroordeelde en zijn raadsvrouw mr. A. Çimen naar voren is gebracht.

2.De inhoud van de vordering

De inleidende schriftelijke vordering van de officier van justitie strekt ertoe dat de rechtbank het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel zal schatten en vaststellen op een bedrag van € 474.500,- en aan de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de staat van dat bedrag.

3.De grondslag voor ontneming

De veroordeelde is op 2 juni 2023 door deze rechtbank veroordeeld wegens het volgende strafbare feit:
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod.
Uit het onderzoek leidt de rechtbank af dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van dit bewezen verklaarde strafbare feit. De grondslag voor ontneming van dat voordeel is daarom een veroordeling wegens een strafbaar feit als bedoeld in artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

4.De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting de vordering gewijzigd in die zin, dat het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat op een bedrag van € 459.500,-.
De officier van justitie is uitgegaan van de volgende berekening:
De veroordeelde heeft, samen met de mededader, 40 kilo cocaïne gestolen. Er zijn daarom geen inkoopkosten. De cocaïne is verkocht. Een gangbare prijs voor een kilo cocaïne schommelt tussen de € 23.000,- en € 25.000,-. In het voordeel van de veroordeelde wordt gerekend met een kiloprijs van € 23.000,-. De totale opbrengst bedraagt dan:
€ 23.000,- x 40 kilo = € 920.000,-
Daarvan wordt € 1.000,- afgetrokken, het bedrag dat [medeverdachte 1] zou hebben ontvangen voor zijn diensten. Dan blijft er over: € 919.000,-. Dit bedrag wordt gedeeld door twee, omdat dit bedrag zou zijn verdeeld over de veroordeelde en de mededader. Uit die berekening volgt dat het wederrechtelijk verkregen voordeel daarom moet worden geschat op een bedrag van € 459.500,-.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de veroordeelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen, dan wel dat het wederrechtelijk verkregen voordeel op een lager bedrag moet worden geschat.
De raadsvrouw heeft zich voor haar subsidiaire verweer op het standpunt gesteld dat bij de berekening moet worden uitgegaan van de situatie dat er meerdere mensen betrokken zijn geweest bij de deling van de winst. De raadsvrouw heeft bepleit dat de totale som
(€ 919.000,-) moet worden gedeeld door drie, omdat er nog een derde betrokken is geweest bij de verdeling. De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de berekening aan te passen en dat het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat op een bedrag van € 306.333,33.
4.3.
Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina's van het proces-verbaal met het nummer [proces-verbaal nummer] (onderzoek [onderzoeksnaam 1] ), van de politie-eenheid Den Haag, district Alpen aan den Rijn-Gouda, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 1173).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen.
1. De gebruikte bewijsvoering in het vandaag gewezen vonnis van deze rechtbank in de strafzaak tegen de veroordeelde. Deze bewijsvoering neemt de rechtbank hier over en is (voor de leesbaarheid) als
bijlageaan dit vonnis gehecht.
De voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel redengevende feiten en omstandigheden ontleent de rechtbank rechtstreeks aan de in de strafzaak gebezigde bewijsmiddelen. In de ontnemingszaak verbindt de rechtbank op grond van dezelfde overwegingen dezelfde gevolgtrekkingen aan die bewijsmiddelen als in de strafzaak.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 september 2021, voor zover inhoudende (p. 303 t/m 327):
Hieronder zijn de bij de drugsdiefstal en verkoop betrokken gebruikersaccounts vermeld met indien bekend de bijnaam of de geïdentificeerde gebruiker:
1. [accountnaam 1] : [verdachte]
2. [accountnaam 2] / [accountnaam 3] / ChaboApp: [medeverdachte 2]
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
De rest is ook verkocht pap leg al bij [alias 1]
2021-04-16 1956
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
3. Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel dat op 12 december 2022 is opgemaakt, voor zover inhoudende (p. 1156 t/m 1163):
Uit de chats blijkt dat [medeverdachte 2] de FENIX cocaïne wil verkopen ook verkopen voor 25.000 euro per kilo. Dit genoemde bedrag correspondeert met de geïndexeerde prijzen voor cocaïne. Door de Dienst Landelijke Informatieorganisatie zou cocaïne die aangekomen is in Nederland per kilo 25.000 tot 27.000 euro waard zijn in 2019. Dit is de importwaarde.
In zijn verhoor van 22 maart 2021 verklaart [medeverdachte 3] dat verdachte [medeverdachte 4] twee pakketten cocaïne heeft ontvangen. Zodoende blijven er 38 pakketten over die zijn verhandeld door [medeverdachte 2] en [verdachte] .
Verdachte [medeverdachte 1] heeft in zijn verhoor van 26 januari 2021 verklaard dat hij 1000 euro heeft ontvangen van [medeverdachte 2] voor het vervoer van de verdovende middelen.
4.4.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van de volgende berekening.
De rechtbank stelt vast dat 40 blokken (van elk één kilo) cocaïne in handen is gekomen van de veroordeelde en mededader [medeverdachte 2] (hierna: de veroordeelden). Van die 40 blokken zijn 2 blokken naar [medeverdachte 4] gegaan. Dat betekent dat er 38 blokken over zijn gebleven.
Op 16 april 2021 stuurt [accountnaam 3] ( [medeverdachte 2] ) een bericht aan [accountnaam 1] ( [verdachte] ) inhoudende: “De rest is ook verkocht pap leg al bij [alias 1] ”. Op basis hiervan, in combinatie met de overige bewijsmiddelen, is de rechtbank van oordeel dat alle blokken (38 stuks) zijn verkocht.
In het dossier worden verschillende prijzen genoemd waarvoor de blokken per stuk worden aangeboden en verkocht. De officier van justitie heeft verklaard dat een gangbare prijs voor een kilo cocaïne tussen de €23.000,- en € 25.000,- bedraagt. In het voordeel van de veroordeelden rekent de rechtbank met de prijs van € 23.000,- per kilo.
Uit het dossier blijkt voorts dat betrokkene [medeverdachte 1] € 1.000,- heeft ontvangen voor zijn rol bij het achterover drukken van de blokken. De rechtbank is van oordeel dat dit bedrag van de totale opbrengst moet worden afgetrokken.
De veroordeelde heeft met een ander van een strafbaar feit geprofiteerd. Aan de processtukken en het verhandelde ter terechtzitting valt echter geen indicatie te ontlenen voor de verdeling van de opbrengst. De veroordeelde heeft geen inzicht gegeven in de onderlinge verdeling van het behaalde voordeel. Ook overigens zijn er geen concrete aanknopingspunten voor een andere verdeelsleutel tussen de veroordeelde en zijn mededader dan op basis van gelijke verdeling.
De rechtbank rekent daarom het totale wederrechtelijk verkregen voordeel pondspondsgewijs toe aan de veroordeelde en de mededader.
De rechtbank komt aldus tot de volgende berekening:
€ 23.000,- x 38 kilo = € 874.000,-
€ 874.000,- - €1.000,- = € 873.000,-
€ 873.000,- / 2 = € 436.500,-
De rechtbank schat het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel aldus op een bedrag van € 436.500,-.
De bij deze berekening gebruikte aantallen en bedragen ontleent de rechtbank aan de inhoud van de genoemde wettige bewijsmiddelen. Redengevend voor deze schatting zijn de daar vermelde feiten, omstandigheden en gevolgtrekkingen.
4.5.
Conclusie schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Op grond van het voorgaande schat de rechtbank het totale door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel op een bedrag van € 436.500,-

5.De vaststelling van de betalingsverplichting

5.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de betalingsverplichting moet worden vastgesteld op hetzelfde bedrag als het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel, namelijk € 459.500,-.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de betalingsverplichting moet worden vastgesteld op
een bedrag van € 306.333,33-.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er geen omstandigheden zijn die moeten leiden tot een andere betalingsverplichting dan hetgeen ten aanzien van de schatting van het wederrechtelijk verkregen vermogen onder 4.4. is vastgesteld.
5.4.
Conclusie vaststelling betalingsverplichting
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank de betalingsverplichting vast op een bedrag van € 436.500,-.
5.5.
Gijzeling
De rechtbank zal bij het opleggen van de maatregel tevens de duur van de gijzeling bepalen die, met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, in dit geval ten hoogste kan worden opgelegd. Bij het bepalen van de duur van die gijzeling wordt overeenkomstig de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting voor elke volle € 50,- van het opgelegde bedrag één dag gerekend, waarbij voorts heeft te gelden dat de totale duur ten hoogste drie jaren (1080 dagen) beloopt. In dit geval bedraagt de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd dan ook 1080 dagen.

6.Het toepasselijke wetsartikel

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
7. De beslissing
De rechtbank:
stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 436.500,-;
legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van
€ 436.500,-aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.G. de Lange-Tegelaar, voorzitter,
mr. P.G. Salvadori, rechter,
mr. S.E. van den Brink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Ferwerda, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 juni 2023.
Bijlage
De bewijsvoering uit het in de strafzaak gewezen vonnis van deze rechtbank, voor zover relevant.
I. De bewijsmiddelen
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2023, voor zover inhoudende:
Op 13 april 2021 ben ik met mijn vader naar de loods in Vianen gereden. Hij vroeg of ik hem wilde helpen. Ik ben naar binnen gegaan. In de loods heb ik de blokken aangegeven aan [medeverdachte 1] en hij heeft ze in de auto gedaan. In die auto heb ik de loods verlaten en 2 of 3 minuten later ben ik uitgestapt. Ik heb daarna mijn vader naar de woning in Alphen aan den Rijn gebracht.
2. Een schriftelijk stuk, inhoudende het proces-verbaal ter terechtzitting van 27 januari 2023 in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 2] , p. 4 t/m 6:
U vraagt mij naar mijn betrokkenheid bij de 40 kilogram cocaïne en vraagt mij of
het inderdaad cocaïne was. Het klopt dat het cocaïne was. Het klopt dat 40 blokken
cocaïne in de loods zijn aangekomen. U vraagt mij hoe dit is geregeld. Er waren mensen die met dit verhaal kwamen. Wij zouden hier dan aan verdienen. Ik moest het dan een beetje regelen. De spullen werden niet door mijn zoon, maar door
[medeverdachte 1] naar mijn woning gebracht. U vraagt mij of mijn zoon de pakketten in
de auto aan het inladen was in de loods. Dat klopt. Mijn zoon heeft meegereden, hij
is ingestapt bij [medeverdachte 1] . U vraagt mij of ik in de loods was, toen de pakketten
werden gebracht door [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] . Dat klopt. Ik ben de man met de golfpet. U
vraagt mij of het het plan was om de pakketten naar mijn huis te brengen en
vervolgens achterover te drukken. Dat was het plan van mij en van de mensen die
het mij vroegen.
Het klopt dat mijn zoon en ik soms met elkaar spraken met de telefoons, zoals een vader en zoon doen. Mijn zoon zou delen in deze winst. [medeverdachte 1] zou de blokken ophalen, hij heeft mijn zoon op een eerder punt afgezet. Mijn zoon is meegelopen en heeft gekeken en heeft verder niets gedaan. U vraagt mij of mijn zoon van het plan wist. Hij wist van het plan. Mijn zoon hielp mij een handje. Mijn zoon zou delen in de winst.
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , opgemaakt op 26 januari 2022 (p. 999 t/m 1009);
De [medeverdachte 2] en [verdachte] ken ik. Ik ben door [medeverdachte 2] benaderd. Ik heb de pakketten ingeladen in de verborgen ruimte van de Honda. Na het inladen ben ik naar de [adres 2] gereden en daar zijn de pakketten uitgeladen. Daar waren [medeverdachte 2] , [verdachte] en de vriendin van [medeverdachte 2] . Ik kreeg er € 1000,- voor.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 september 2021, voor zover inhoudende (p. 114 t/m 151):
Het inladen van de dozen met verdovende middelen heeft plaatsgevonden in een
loods van het bedrijf [bedrijf] te Vianen. Op de mobiele telefoon van de
eigenaar van het bedrijf is een filmpje veiliggesteld waarop het inladen van
‘blokken’ te zien is. De starttijd van het filmpje kan worden gelezen als 13 april 2021 7.24 uur.
Omstreeks 06.24.13 uur zag ik dat persoon C de knop van het automatische rolluik indrukte en de Honda Jazz achteruit genoemde loods inreed. Persoon B staat ook in de loods. Wanneer de Honda Jazz in de loods staat, gaat het rolluik weer dicht. Ik zag persoon C met handschoenen aan uit beeld liep (richting de camera achterzijde van de loods) en persoon B het linker voorportier openende van de Honda Jazz.
Ik zag en telde in de film een aantal van 20 blokken uit doos 1, die kennelijk in een verborgen ruimte van de Honda Jazz met kenteken [kenteken] . werden verstopt. Ook zag ik dat uit doos 2 vier blokken in de verborgen ruimte werd gestopt. Het restant van de blokken in doos 2 werden geheel in doos 2 in de achterbak van genoemd voertuig geplaatst. Mij bleek dat de personen A, B en C volledig met elkaar samenwerkte.
De persoon aangeduid met de letter A is de bestuurder van het voertuig die de loods komt binnenrijden in een grijskleurige Honda Jazz voorzien van kenteken [kenteken] en aan het eind van de film de loods als bestuurder van genoemd voertuig weer verlaat. Ik zag dat [medeverdachte 1] geboren [geboortedatum 2] 1994 zeer sterke gelijkenissen vertoont met de man in het filmpje genoemd onder de letter A.
De persoon aangeduid met de letter B is de persoon die reeds in de loods aanwezig is als het voertuig komt binnenrijden, de deur sluit en aan het eind van de film als bijrijder in het voertuig de loods verlaat. Ik zag dat [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1996 zeer sterke gelijkenissen vertoont met de man in het filmpje genoemd onder de letter B.
De persoon aangeduid met letter C is de persoon die reeds in de loods aanwezig is
als het voertuig komt binnenrijden, het rolluik opent en aan het eind van de film het
rolluik sluit en als enige persoon achterblijft in de loods. Op 31 augustus 2021 is
verdachte [medeverdachte 4] gehoord. Desgevraagd gaf [medeverdachte 4] aan dat persoon C,
[medeverdachte 3] (geboren op [geboortedatum 3] 1971) betrof.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 3 t/m 7):
1. Aanduiding gebruiker:
In de chats tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 2] wordt [accountnaam 1] door [accountnaam 2] regelmatig aangeduid met ' [alias 2] '. Uit tapgesprekken tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] blijkt dat [verdachte] door [medeverdachte 2] vaak [alias 2] wordt genoemd.
2. Periode gebruik:
Het account [accountnaam 1] blijkt in gebruik van 16-04-2021 tot en met 29-04-2021. In deze periode worden er nagenoeg dagelijks chats verstuurd en ontvangen en vervolgens van 13-05-2021 tot en met 20-05-2021. Na 20-05-2021 is het account niet meer actief in gebruik. Op 20-05-2021 is [verdachte] aangehouden en werd de Google Pixel telefoon in de auto waarin hij zat in beslag genomen.
3. Geluidsfragmenten:
Vanaf het account [accountnaam 1] zijn diverse geluidsfragmenten verstuurd naar andere ANOM gebruikers. Hierbij wordt de stem enigszins vervormd, maar blijft een uniek karakter van de stem hoorbaar. Bij het beluisteren van deze fragmenten herkende collega [verbalisant] , de stem van [verdachte] . In onderzoek [onderzoeksnaam 2] heeft [verbalisant] [verdachte] diverse malen telefonisch gesproken en heb ik ook een gesprek in persoon met hem gehad, alles in de maand mei en juni 2021.
3. Dochter [naam 1] :
Op 19-05-2021 vindt een chat plaats tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] . Hierbij vraagt [accountnaam 1] of [accountnaam 2] [naam 1] ' kan sturen. [naam 1] is de naam van de dochter van de partner van [medeverdachte 2] , [naam 1] , geboren op [geboortedatum 4] 2005.
4. Waarschuwing door politie
Op 14 mei 2021 kwam er TCI informatie binnen dat het leven van [medeverdachte 2] , diens moeder en zoon [verdachte] gevaar zouden lopen. Op die dag zijn alle 3 deze betrokkenen door de politie in kennis hiervan gesteld.
Uit onderstaande chats tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] blijkt dat deze gebruikers vermoedelijk [medeverdachte 2] ( [accountnaam 2] ) en [verdachte] ( [accountnaam 1] ) betreffen. Zij spreken onderling over 'oma' waaruit een directe familierelatie aannemelijk is.
[medeverdachte 2] gaf in het gesprek met de politie inderdaad te kennen dat hij al jaren geen contact meer met zijn moeder had en niet wist waar deze bedreiging over zou gaan.
Ben net weer gebeld door die [naam 2]
2021-05-14 13:19:48
[accountnaam 2]
Ze hebben info dat ze ons willen op.blazen
2021-05-14 13:20:14
[accountnaam 2]
En oma ook
2021-05-14 13:20:20
[accountnaam 2]
En jou
2021-05-14 13:20.32
[accountnaam 2]
Wat zij je
2021-05-14 13:28:52
[accountnaam 1]
Tegen ze
2021-05-14 13:28:54
[accountnaam 1]
Dat ik niet weet waar het over gaat en ik al jaren gesn contact met oma heb
2021-05-14 13:29:29
[accountnaam 2]
Geloof niks van
2021-05-14 13:30:11
[accountnaam 1]
Jij
2021-05-14 13:30:17
[accountnaam 1]
Mij heb die niet gebeld
2021-05-14 13:30:53
[accountnaam 1]
5. Zus [naam 3]
In onderstaande chat geeft [accountnaam 1] te kennen dat hij thuis is met [naam 3] . Uit BVIB blijkt dat [medeverdachte 2] een dochter heeft met de naam [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010. Deze dochter heeft de roepnaam [naam 3] en is een zusje van [verdachte] . Zij staat net als [verdachte] ingeschreven op het adres [adres 1] te Nieuwkoop.
5. Vriend [naam 4]
In onderstaand gesprek wordt ook de naam [naam 4] genoemd. Uit onderzoek [onderzoeksnaam 2] blijkt dat de voertuigen waarin [verdachte] rijdt op naam staan van [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 99. Deze [naam 4] blijkt een vriend van [verdachte] en direct bij de familie betrokken. Hij is ook gezien op de [adres 3] te Nieuwkoop, kort nadat de explosie had plaats gevonden bij de woonwagen van de moeder van [medeverdachte 2] .
6. Overschrijven Polo
In onderstaand gesprek noemt [accountnaam 1] het overschrijven van een Polo. Uit informatie van de RDW blijkt dat op 18-05-2021 een VW Polo is overgeschreven van [verdachte] op naam van [naam 4] .
Wat ben je aan doen
2021-05-15 15:10:03
[accountnaam 2]
Ben thuis met [naam 3]
2021-05-15 15:30:35
[accountnaam 1]
Ok
2021-05-15 15:32:13
[accountnaam 2]
Kan je me een foto sturen
2021-05-15 15:44:45
[accountnaam 1]
Van die brief
2021-05-15 1544:49
[accountnaam 1]
In je auto
2021-05-15 15:44:50
[accountnaam 1]
[naam 4] is hier zo ga ik die polo overscrijven
2021-05-15 15:45:14
[accountnaam 1]
9. Gebeld door de politie
Uit onderstaande chat blijkt dat beide gebruikers zijn gebeld door de politie op 14 mei 2021. N.a.v. binnengekomen TCI-informatie zijn op 14 mei zowel [verdachte] als [medeverdachte 2] in kennis gesteld van de dreiging. Tevens is hen gevraagd of zij hulp van de politie wilden.
Die is echt ganster
2021-05-14 14:55:27
[accountnaam 1]
[naam 2] belde me net weer
2021-05-14 15:34:56
[accountnaam 2]
Ze vragen of we beacherming willen
2021-05-14 15:35:34
[accountnaam 2]
Of na een safe house
2021-05-14 15:35:53
[accountnaam 2]
Ja mij ook
2021-05-14 15:36:26
[accountnaam 1]
Ze zijn zwaar waus
2021-05-14 15:36:36
[accountnaam 1]
Hebben ze je gebeld
2021-05-14 16:06:20
[accountnaam 2]
Ja jo
2021-05-14 16:06:33
[accountnaam 1]
Gek is die vent
2021-05-14 16:06:37
[accountnaam 1]
Resumé
De gebruiker van account [accountnaam 1] is een persoon welke een familielid heeft met de naam [naam 3] , een indirecte relatie heeft met [naam 1] , door [accountnaam 2] [alias 2] genaamd wordt, een relatie heeft met [accountnaam 2] en op hem lijkt, een vriend heeft met de naam [naam 4] , op 14 mei 2021 door de politie is gebeld. Daarnaast blijkt de telefoon welke bij het account ' [accountnaam 1] ' hoort gevonden te zijn in een voertuig waarin [verdachte] is aangehouden. Hierdoor is het aannemelijk dat het account [accountnaam 1] is gebruikt door [verdachte] voornoemd.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 september 2021, voor zover inhoudende (p. 303 t/m 327):
Hieronder zijn de bij de drugsdiefstal en verkoop betrokken gebruikersaccounts vermeld met indien bekend de bijnaam of de geïdentificeerde gebruiker:
1. [accountnaam 1] : [verdachte]
2. [accountnaam 2] / [accountnaam 3] / ChaboApp: [medeverdachte 2]
Uit chats blijkt dat [medeverdachte 2] en ongeïdentificeerde gebruiker [accountnaam 5] het op 12 april 2021 hebben over '40 stuks' welke wel nog eerst in handen gekregen moeten worden. Dit zou dus zeer vermoedelijk over de 40 blokken cocaïne gaan welke de volgende dag, op 13 april 2021 weggenomen zijn.
[accountnaam 3] ( [medeverdachte 2] ) stuurt op 13 april 2021 om 07:18 uur (UTC+0, dus werkelijke tijd 09:18 uur in Nederland UTC+2): “ [alias 2] heb ze voor je”. Op de camerabeelden van [medeverdachte 4] transport is op 13 april 2021 om 06:24 uur (vermoedelijk werkelijke tijd 1 uur later, dus 07:24 uur) te zien dat vermoedelijk (de gestolen) cocaïne in een Honda Jazz wordt geladen.
Daarna volgen diverse chats van [medeverdachte 2] waaruit blijkt dat hij samen met [accountnaam 4] een partij drugs met het stempel FENIX ter beschikking heeft en aan het verkopen is. De partij is kennelijk van goede kwaliteit en 25.000 euro per kilo waard. Schildmeijer heeft er op 13 april al kennelijk 2 van weggedaan. De blokken hebben een stempel van een vogel met de naam FENIX.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
We zijn er nog niet
2021-04-12 19:09:08
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Nee 40
2021-04-12 19:09:13
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Nee je moet ze eerst in je handen hebben
2021-04-12 19:09:26
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 5]
Ja dat heb je goed [alias 2]
2021-04-12 19:09:55
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 5]
[alias 2] heb ze voor je
2021-04-13 07:18:21
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Alles is top gegaan
2021-04-13 07:31:38
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Kan je een foto sturen
2021-04-13 09:14:05
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 5]
[stuurt foto]
2021-04-13 09:16:58
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
[stuurt foto]
2021-04-13 09:17:20
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Zitte in originele verpakking
2021-04-13 09:18:16
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Een Fenix vogel staat er op
2021-04-13 09:19:31
[accountnaam 5] ; [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Het is fenix stempel zijn er genoeg in nl maar pas op er mee je weet is jack spul
2021-04-14 07:09:08
[accountnaam 3] ; [accountnaam 4]
[accountnaam 3]
Kwalie is echt goed
2021-04-14 07:09:40
[accountnaam 3] ; [accountnaam 4]
[accountnaam 3]
En wat kosten ze mijn danb
2021-04-14 07:11:48
[accountnaam 3] ; [accountnaam 4]
[accountnaam 4]
25
2021-04-14 07:12:06
[accountnaam 3] ; [accountnaam 4]
[accountnaam 3]
[stuurt foto met blok, opschrift ‘# 1 FENIX’]
2021-04-14 07:40:58
[accountnaam 3] ; [accountnaam 4]
[accountnaam 4]
Onderstaande berichten gaan vermoedelijk over de verkoop van de blokken, de prijs en de hoeveelheid. Met 'pap' wordt (papier)geld bedoeld, zo is ambtshalve bekend.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
Gister heb ik 2 weg gedaan aan een jonge die doe heel veel en hij heb ze niet eens open gemaakt hij wist al deze goed zyn hj had ze eerder gehad meen ik [alias 2]
2021-04-14 07:43:15
[accountnaam 3] ; [accountnaam 4]
[accountnaam 3]
Hoe veel zijn der nog
2021-04-14 16:49:54
[accountnaam 3] ; [accountnaam 4]
[accountnaam 4]
23
2021-04-14
16:54:41
[accountnaam 3] ,
[accountnaam 4]
[accountnaam 3]
Pikk
2021-04-15 10:55:29
[accountnaam 3] ,
[accountnaam 4]
[accountnaam 4]
Kannze allmaal kwijt vandasg
2021-04-15 10.55 36
[accountnaam 3] ,
[accountnaam 4]
[accountnaam 4]
23 kannik je geven dannheb 1000/en tussennmanetjes de man 500
2021-04-15 10:56:34
[accountnaam 3] ,
[accountnaam 4]
[accountnaam 4]
Nee geen 24500
2021-04-16 13:40:59
[accountnaam 3] [accountnaam 4]
[accountnaam 3]
En het zijn er 8 van 25 en 4 van 23
2021-04-16 13:41:24
[accountnaam 3] , twentycabmn
[accountnaam 3]
12st
2021-04-16 13:41:29
[accountnaam 3] , [accountnaam 4]
[accountnaam 3]
Ze komen zo pap brengen
2021-04-16
16:31:05
[accountnaam 5] [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Uit onderstaande berichten blijkt dat er blokken cocaïne zijn verkocht.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
Zijn 6 verkocht nu
2021-04-16
18:01:07
[accountnaam 5] , [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Heb zo 75 k voor je vast
2021-04-16 18:01:50
[accountnaam 5] , [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
Ja nouja geld zit wel eve goed haha
2021-04-16 20:17:55
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 1]
Vuilniszakken vol dit keer
2021-04-16 20:18:05
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 1]
Hoeveel was t nou totaal
2021-04-17 17:00:58
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 1]
178500
2021-04-17 17:33:18
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Okee top he ff
2021-04-17
17:33:45
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 1]
Echr veel pap
2021-04-17 17:33:48
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 1]
Ja zeker nu moeten we er nog 1 doen
2021-04-17
17:34:19
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Moeten goed op letten [alias 2]
2021-04-17
20:08:08
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
Schijnt van echt heftige groep af te komen deze bricks
2021-04-17
20:08:48
[accountnaam 1] , [accountnaam 3]
[accountnaam 3]
II. De bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1: voorhanden hebben, vervoeren en afleveren cocaïne
Op de beelden is te zien dat de verdachte in de loods aanwezig is als de Honda Jazz naar binnen rijdt. De verdachte heeft vervolgens meerdere bruine pakketten in zijn handen en geeft deze aan [medeverdachte 1] aan om deze in de auto te plaatsen. De verdachte opent op enig moment de achterklep van de auto, plaatst in de achterbak een doos en doet vervolgens de klep weer dicht. Dan neemt de verdachte plaats in de auto op de bijrijdersstoel en [medeverdachte 1] op de bestuurdersstoel. De deur van de loods gaat open en de verdachte rijdt samen met [medeverdachte 1] weg. [medeverdachte 1] heeft verklaard de blokken vervolgens te hebben bezorgd in de woning aan de [adres 2] in Alphen aan den Rijn. De rechtbank is aldus van oordeel dat de verdachte op 13 april 2021 in de loods in Vianen aanwezig was en dat hij heeft geholpen om de blokken te plaatsen in de auto. De verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat het om cocaïne ging.
De medeverdachte, [medeverdachte 2] , heeft verklaard dat het ging om 40 kilo cocaïne en dat de verdachte op de hoogte is geweest van het plan om de blokken achterover te drukken. De rechtbank is bovendien van oordeel dat, gelet op de wijze van verpakking en vervoeren van de pakketten, het onmiskenbaar ging om een kostbare vracht. De blokken werden (mede) door de verdachte geplaatst in een voertuig waarin een verborgen ruimte aanwezig was en dat kan geen andere bedoeling hebben gehad dan de kostbare vracht aan het zicht te onttrekken. De rechtbank wordt verder versterkt in haar overtuiging dat de verdachte wist dat het ging om cocaïne vanwege de chatberichten zoals opgenomen in de bewijsmiddelen. De gesprekken gaan onmiskenbaar over de gestolen partij cocaïne van 40 kilo en over verkoopprijzen, aantallen, kilo’s en omzet.
De rechtbank constateert voorts dat de verdachte op cruciale momenten aanwezig was, namelijk bij het inladen van de pakketten in de auto en het vervoeren c.q. afleveren van die pakketten in de woning van de vriendin van zijn vader. De rechtbank is van oordeel dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte(n) die in de kern hebben bestaan uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat de verdachte, samen met anderen, in de ten laste gelegde periode 40 kilo cocaïne opzettelijk voorhanden heeft gehad, heeft vervoerd en heeft afgeleverd.
Ten aanzien van feit 1: verkopen cocaïne
De verdachte heeft elke betrokkenheid bij het verkopen van de gestolen partij cocaïne ontkend. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot het oordeel te komen dat de verdachte – al dan niet met anderen – de cocaïne heeft verkocht.
De ANOM-telefoons
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de berichten op de aangetroffen telefoons voldoende blijkt dat de 40 blokken cocaïne zijn verkocht. De berichten gaan onmiskenbaar over de partij van 40 kilo cocaïne, die kort daarvoor is gestolen. In de berichten wordt gesproken over aantallen, kilo’s, prijzen en omzet.
De verdachte heeft verklaard dat hij niet de ontvanger of verzender is geweest van berichten die gekoppeld worden aan het account [accountnaam 1] . De identificatie door de politie van de verdachte als gebruiker van het account [accountnaam 1] is naar het oordeel van de rechtbank echter zonder meer overtuigend. Gelet voorts op de inhoud van de berichten en de wijze van communiceren is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de persoon is achter de accountnaam [accountnaam 1] . De rechtbank stelt vast dat het de verdachte is geweest die telkens de berichten, zoals in de bewijsmiddelen opgenomen, ontving en/of verstuurde. Er is veelvuldig over de verkoop gecommuniceerd – over en weer – en ook blijkt uit de chats dat de winst is verdeeld tussen de verdachten. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen in de ten laste gelegde periode (een deel van) de cocaïne heeft verkocht.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat feit 1 wettig en overtuigend is bewezen.
III. De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 13 april 2021 tot en met 20 mei 2021 te Vianen en Alphen aan den Rijn en/of Nieuwkoop, althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad en vervoerd en afgeleverd, ongeveer 40 kilogram cocaïne en/of opzettelijk heeft verkocht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.