Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 april 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling met de Egyptische nationaliteit. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 6 april 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die illegaal in Nederland verbleef, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 17 april 2023 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen melding heeft gemaakt van zijn illegaal verblijf bij de korpschef, wat een zware grond voor de maatregel van bewaring vormde. Eiser voerde aan dat hij niet kon worden tegengeworpen dat er geen land van bestemming was vermeld in het terugkeerbesluit van 13 april 2021. De rechtbank oordeelde echter dat eiser op de hoogte was van zijn illegale status en dat hij zich had moeten melden. De rechtbank concludeerde dat de zware gronden voor de maatregel van bewaring voldoende waren en dat er geen lichter middel kon worden toegepast, gezien het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 20 april 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.