ECLI:NL:RBDHA:2023:7802
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Dublinverordening in asielprocedure met betrekking tot Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. R.J.J. Flantua, een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Talsma, had de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Duitsland als verantwoordelijk land was vastgesteld. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting op 28 februari 2023. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die aanvoerde dat hij niet terug wilde naar Duitsland vanwege eerdere detentie, beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van eiser niet voldoende bijzonder waren om toepassing te geven aan artikel 17 van de Dublinverordening, dat uitzonderingen op de overdracht mogelijk maakt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 maart 2023.