In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Tunesische nationaliteit hebbende, had beroep ingesteld tegen het besluit van 3 mei 2023, waarin de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld, waarbij eiser via een beeldverbinding aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van de asielaanvraag van eiser. De rechtbank heeft de zware gronden, waaronder het niet op de voorgeschreven wijze binnenkomen van Nederland en het onttrekken aan toezicht, als feitelijk juist beoordeeld. Eiser betwistte enkele gronden, maar de rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring terecht was opgelegd. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.