ECLI:NL:RBDHA:2023:7783

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
09/777064-18
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde in jeugdstrafzaken

Op 5 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde die onder de PIJ-maatregel valt. De rechtbank heeft de termijn van deze maatregel met 12 maanden verlengd. De veroordeelde, die verblijft in Forensisch Centrum Teylingereind, was eerder voorwaardelijk veroordeeld tot de PIJ-maatregel en had al een verlenging ondergaan. De officier van justitie had gevorderd om de maatregel opnieuw te verlengen, en de rechtbank heeft deze vordering ingewilligd na een zorgvuldige afweging van de feiten en adviezen van deskundigen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een verlengingsadvies van een gedragswetenschapper en een verslag van een klinisch multidisciplinair onderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft en dat er risico's zijn op herhaling van gewelddadig gedrag, vooral als zijn leefomstandigheden vrijer worden. De rechtbank benadrukt dat de verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. De rechtbank hoopt dat de veroordeelde zich zal inzetten voor zijn behandeling en het verloftraject, dat gericht is op het versterken van zijn copingsvaardigheden. De beslissing is genomen in een zitting met gesloten deuren, waarbij de veroordeelde afstand heeft gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn.

Uitspraak

Rechtbank [geboorteplaats]
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 09/777064-18
Datum uitspraak: 5 januari 2023
Beslissing op de op bij de griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in de zaak tegen:

[verdachte] (hierna: de veroordeelde),

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
verblijvende in Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim.
die bij vonnis van deze rechtbank van 11 april 2019 voorwaardelijk is veroordeeld tot de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: de PIJ-maatregel).
Bij uitspraak van 18 juli 2019, onherroepelijk op 18 juli 2019, is de tenuitvoerlegging gelast van de voorwaardelijk opgelegde PIJ-maatregel, welke maatregel met 18 maanden is verlengd bij beslissing van 15 juli 2021.

De vordering

De officier van justitie heeft gevorderd dat de termijn van de aan de veroordeelde opgelegde PIJ-maatregel wordt verlengd met 12 maanden.

De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in deze zaak, waaronder:
- de hierboven genoemde uitspraken van deze rechtbank;
- het op 11 november 2022 uitgebrachte verlengingsadvies, opgesteld door [gedragswetenschapper] , werkzaam als gedragswetenschapper, om de PIJ-maatregel te verlengen met 12 maanden en de daarbij overgelegde aantekeningen;
- het op 8 november 2022 uitgebrachte verslag van het klinisch multidisciplinair onderzoek van de Observatieafdeling van Teylingereind;
- het Achtste Perspectiefplan van YouTurn, van 30 december 2022.
De rechtbank heeft op 5 januari 2023 de vordering in raadkamer met gesloten deuren behandeld. Na de behandeling is direct uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft op 4 januari 2023 een door de veroordeelde ondertekende afstandsverklaring ontvangen. De veroordeelde verklaart hiermee afstand te doen van zijn recht om aanwezig te zijn ter behandeling van het verzoek tot verlenging van de PIJ-maatregel.
Verschenen en gehoord zijn:
- de officier van justitie, mr. K. van Diemen;
- de raadsman van de veroordeelde, mr. B.J. de Bruijn;
- de deskundige, [gedragswetenschapper] .
Het advies
Uit het advies van de inrichting van 11 november 2022 volgt, kort samengevat, het volgende.
De veroordeelde heeft, sinds zijn vorige verlengingszitting, een verloftraject doorlopen. Het begeleide verlof verliep zonder problemen, maar bij het onbegeleide verlof ontstond een patroon van instabiliteit ten aanzien van het verloop van het (verlof)traject.
Uit het observatieonderzoek bij Teylingereind is naar voren gekomen dat sprake is van een behandelplafond. Wel kan er nog gewerkt worden aan het versterken van de copingsvaardigheden door hiermee te oefenen, eerst binnen de instelling en daarna gedurende de verschillende fases van het verloftraject. Vóór de zitting zal het verlof worden herstart in een opbouw van begeleid naar semi begeleid naar onbegeleid verlof. Het doel is om na enkele keren begeleid verlof en vervolgens enkele maanden onbegeleid verlof toe te werken naar plaatsing in de Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd (hierna: KVJJ). Van daaruit zal worden doorgewerkt naar een begeleid wonen plek, waar de veroordeelde vanuit zijn STP nog de nodige kaders geboden zal worden. Een verlenging van de PIJ-maatregel voor een termijn van 12 maanden wordt noodzakelijk geacht.

De standpunten

Mevrouw [gedragswetenschapper] heeft het advies gehandhaafd en verwijst naar het zeer recente perspectiefplan van 30 december 2022. Ter zitting heeft zij aanvullend naar voren gebracht dat de verlofmachtiging voor het onbegeleide verlof inmiddels is afgegeven. Het (verlof)traject dat er ligt gaat veel vragen van de veroordeelde en van Teylingereind, maar het is wel in het belang van de veroordeelde om het plan in die snelheid ook vorm te gaan geven. De regie om dit voortvarend op te pakken ligt bij de veroordeelde en is van groot belang. Hoe langer het duurt, hoe groter de stap naar buiten gaat worden. De afgelopen periode heeft de veroordeelde geen verlofregeling gehad omdat hij zich herhaaldelijk niet aan de afspraken heeft gehouden. De plaatsing in de KVJJ hangt uiteindelijk af van het gedrag van de veroordeelde. Er zijn momenteel geen wachtlijsten voor een plaatsing in een KVJJ. De veroordeelde wil graag onderwijs volgen en is daartoe bezig met het behalen van zoveel mogelijk certificaten. Zo heeft hij er voor gekozen vandaag niet bij de zitting te zijn omdat hij een BHV training moest volgen. Reclassering Nederland is betrokken en bezoekt de veroordeelde één keer per week. Ook zijn zij actief bezig met het zoeken naar plek voor begeleid wonen en om de juiste ondersteuning voor de veroordeelde te vinden. Om te zorgen dat dit (verlof)traject - in tegenstelling tot het eerdere traject - slaagt, zal uit het advies vanuit de observatie worden meegenomen dat duidelijk vanuit regie en vanuit een lik-op-stuk beleid moet worden gehandeld.
De officier van justitie heeft de vordering gehandhaafd.
De raadsman heeft naar voren gebracht dat de veroordeelde schoorvoetend instemt met het advies tot verlenging van de PIJ-maatregel zoals het er ligt. Wel is het noodzakelijk om zo snel mogelijk uit de huidige negatieve spiraal te komen. Door de gang van zaken de afgelopen periode is de veroordeelde gedemotiveerd geraakt. Hoewel de veroordeelde zich bewust is van zijn eigen verantwoordelijkheid in de vertraging van het (verlof)traject, is ook een gedeelte van de vertraging te wijten aan het begeleidingskader in de instellingen, dat tegenwoordig op een laag pitje draait. De voortgang van het traject loopt bovendien vast op praktische zaken doordat de veroordeelde geruime tijd geen verlofmogelijkheden heeft gehad. Het traject in Teylingereind is afgrond en de veroordeelde moet dan ook zo snel mogelijk de volgende stap richting buiten gaan zetten.

De beoordeling

De PIJ-maatregel is opgelegd voor misdrijven, die gericht zijn tegen en gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De maatregel kan daarom worden verlengd.
Gelet op het hiervoor genoemde advies, hetgeen op de zitting is besproken en artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen en een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van veroordeelde eisen dat de termijn van de PIJ-maatregel wordt verlengd. De rechtbank zal deze dan ook voor de gevraagde duur verlengen.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
In het observatie onderzoek van 8 november 2022 is bij de veroordeelde een narcistische persoonlijkheidsstoornis met anti sociale persoonlijkheidskenmerken en een gematigd verhoogd niveau van psychopathie gediagnosticeerd. Ook is sprake van een stoornis in cannabisgebruik, die momenteel, binnen een gereguleerde omgeving, in remissie is. De risico’s op herhaling van gewelddadig gedrag worden door de onderzoekers als matig beoordeeld. Dat risico zal echter hoger worden als zijn leefomstandigheden vrijer worden en er minder sprake is van externe controle en regulering.
De rechtbank constateert dat er na het verblijf op de observatie afdeling meerdere incidenten zijn geweest en dat de veroordeelde meerdere keren positieve UC’s heeft gehad.
Uit de stukken blijkt verder dat bij de veroordeelde sprake is van een behandelplafond. De behandeling zal de komende periode dan ook gericht zijn op het versterken van zijn copingsvaardigheden door daarmee concreet te oefenen, eerst binnen de instelling en daarna gedurende de verschillende fases van het verloftraject. Om dit traject succesvol te laten slagen is een concreet plan vanuit een strak kader nodig. Inmiddels is duidelijk hoe het verloftraject de komende periode vorm zal worden gegeven. Het doel is om na enkele keren begeleid verlof en vervolgens enkele maanden onbegeleid verlof toe te werken naar een plaatsing in KVJJ. Momenteel is echter vanwege de incidenten en het middelengebruik geruime tijd geen sprake geweest van verlof. Er is sprake van een vicieuze cirkel. De rechtbank is het met de deskundige en de raadsman eens dat het de komende periode noodzakelijk is om het verloftraject voortvarend op te pakken. Het verloop en slagen van het traject is echter ook in grote mate afhankelijk van het gedrag en de inzet van de veroordeelde. De rechtbank hoopt dat de veroordeelde inziet dat hij de eerste stap zal moeten zetten en dat het hem lukt zich hiervoor te motiveren nu er sprake is van een concreet plan. Een verlenging van de PIJ-maatregel voor de duur van 12 maanden is gerechtvaardigd en noodzakelijk om dit traject mogelijk te maken. De genoemde stappen zijn nodig om herhaling te voorkomen en zo de veiligheid van anderen alsmede de algemene veiligheid van personen te waarborgen, en in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van veroordeelde.
De rechtbank is daarom van oordeel dat de termijn van de PIJ-maatregel met 12 maanden moet worden verlengd.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de PIJ-maatregel, zoals hierboven omschreven,
met 12 maanden.
Deze beslissing is gegeven te Den Haag door
mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter, voorzitter,
mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter,
en mr. M.F.M. de Groot, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. K.M.M. Bertrand, griffier,
en uitgesproken in het openbaar op 5 januari 2023.