Op 4 oktober 2022 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar referent. Aangezien de IND niet tijdig op deze aanvraag heeft beslist, heeft eiseres op 12 januari 2023 pro forma bezwaar gemaakt bij de rechtbank. Deze brief is aangemerkt als een beroep wegens het niet tijdig beslissen op de mvv-aanvraag. Op 28 januari 2023 heeft eiseres de IND in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank niet kan ingaan op de inhoud van het beroep, omdat eiseres te vroeg in beroep is gegaan. De termijn van twee weken, zoals vermeld in de ingebrekestelling van 28 januari 2023, was nog niet verstreken op het moment dat eiseres haar beroep indiende. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft in haar uitspraak aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.