Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Contract wordt niet verlengd. Liep gister af.Spullen inleveren”om 14:17 uur:
“Dan staan we quitSucces verder”om 16:06 uur:
“Om 18.00 dienen beiden in mijn bezit te zijn.”
3.Het verzoek
I. de werkgever te veroordelen tot betaling aan de werknemer van een billijke vergoeding ter hoogte van € 51.804,24;
II. de werkgever te veroordelen tot betaling aan de werknemer van een transitievergoeding van € 1.992,02;
III. de werkgever te veroordelen tot betaling aan de werknemer van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging gelijk aan zijn bruto maandloon van € 2.385,72 over de periode 31 augustus 2022 tot en met 22 december 2022, te vermeerderen met 8% vakantiegeld en de eindejaarsuitkering;
IV. de werkgever te veroordelen tot betaling aan de werknemer van de wettelijke rente over voornoemde bedragen vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;
V. de werkgever te veroordelen in de kosten van het verzoek, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
“Contract wordt niet verlengd, liep gister af, spullen inleveren en dan staan we quit’, heeft de werknemer mogen afleiden dat de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft willen opzeggen. Zo wordt er medegedeeld dat de werknemer de bedrijfseigendommen dient in te leveren en wordt er ondubbelzinnig medegedeeld dat partijen daarna klaar zijn. Deze omstandigheden omvatten naar het oordeel van de kantonrechter meer dan slechts een mededeling dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd, maar is gericht op het direct beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast is er niet gebleken dat de werkgever met inachtneming van artikel 7:671 BW heeft opgezegd en de werknemer heeft ingestemd met de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Dat de wil van de werknemer is gericht op het beëindigen van de arbeidsovereenkomst moet blijken uit een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer, en die ontbreekt. Het voorgaande leidt ertoe dat de opzegging onregelmatig is. De werknemer heeft verklaard te berusten in de opzegging, zodat de arbeidsovereenkomst per de datum van de Whatsapp-berichten te weten 1 september 2022 is geëindigd.