ECLI:NL:RBDHA:2023:7748
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens onvoldoende inzicht in financiële situatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag over de afwijzing van een aanvraag om bijstandsuitkering. De eiser had op 8 februari 2021 een aanvraag ingediend voor bijstand, maar deze werd door verweerder op 1 maart 2021 afgewezen, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in de periode van 2013 tot maart 2018 en vanaf juni 2018 een bijstandsuitkering had ontvangen, maar dat er onduidelijkheid bestond over zijn financiële situatie. Verweerder had eerder besluiten genomen waarbij de bijstandsuitkering van eiser was herzien en teruggevorderd vanwege onjuiste informatie over zijn inkomsten en verblijf in het buitenland.
Tijdens de zitting op 5 april 2023 heeft de rechtbank de feiten en omstandigheden van de zaak besproken. Eiser heeft verklaard dat hij geld heeft geleend van vrienden en kennissen, maar de rechtbank oordeelde dat hij onvoldoende bewijs had geleverd om zijn financiële situatie te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldoende inzicht had gegeven in zijn financiële situatie, waardoor niet kon worden vastgesteld of hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.