Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV. Eiseres, die voorheen als schoonmaakster werkte, had zich op 2 december 2019 ziekgemeld en verzocht om een WIA-uitkering. Het UWV had haar aanvraag afgewezen, omdat zij op 29 november 2021 slechts 20% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met haar klachten, waaronder ernstige psychische problemen en lichamelijke beperkingen.
De rechtbank heeft de zaak op 22 mei 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige grondslagen van het UWV beoordeeld. De verzekeringsarts B&B had de medische belastbaarheid van eiseres op overtuigende wijze gemotiveerd, en de rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres op de relevante datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres had geen overtuigende argumenten aangedragen die de conclusie van het UWV konden weerleggen.
De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts B&B voldoende had uitgelegd waarom er geen andere beperkingen waren aangenomen en dat de door eiseres aangedragen klachten niet leidden tot een andere conclusie. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen recht had op de gevraagde WIA-uitkering. De proceskosten werden niet vergoed, aangezien eiseres geen gelijk kreeg in haar beroep.