Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
VOLKSWAGEN AKTIENGESELLSCHAFT
1.Bevoegdheid
1.1.Voor zover het verzoek is gebaseerd op de gestelde inbreuk op (een) aan verzoekster toebehorend(e) Uniemerk(en) of Gemeenschapsmodel(en) is de voorzieningenrechter internationaal (en relatief) bevoegd daarvan kennis te nemen nu gerekwestreerde gevestigd of woonachtig is in Nederland (artikel 123 lid 1, 124 onder a, 125 lid 1 en 131 lid 1 en lid 2 UMVo 2017 [1] en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk respectievelijk artikel 80 lid 1, 81 onder a, 82 lid 1 en 90 lid 1 en lid 3 GModVo [2] en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen). De bevoegdheid strekt zich uit tot de gehele Europese Unie.
1.2.Voor zover het verzoek is gebaseerd op de gestelde inbreuk in Nederland op (een) aan verzoekster toebehorend(e) Uniemerk(en) of Gemeenschapsmodel(en) is de voorzieningenrechter internationaal (en relatief) bevoegd daarvan kennis te nemen op grond van artikel 123 lid 1, 124 onder a, 125 lid 5 en 131 lid 1 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk respectievelijk artikel 80 lid 1, 81 onder a, 82 lid 5 en 90 lid 1 GModVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen. De bevoegdheid is beperkt tot Nederland.
1.3.Voor zover het verzoek is gebaseerd op de gestelde inbreuk op (een) aan verzoekster toebehorend(e) Benelux-merk(en), Benelux-model(en) of internationale merk- of modelinschrijving met gelding voor de Benelux is de voorzieningenrechter internationaal en relatief bevoegd daarvan kennis te nemen nu gerekwestreerde gevestigd of woonachtig is in dit arrondissement dan wel de gestelde inbreuk (mede) in dit arrondissement plaatsvindt (artikel 4.6 BVIE [3] ). De bevoegdheid strekt zich uit tot de Benelux.
1.4.Voor zover het verzoek is gebaseerd op de gestelde inbreuk op (een) aan verzoekster toebehorend(e) Benelux-merk(en) of Benelux-model(en) of internationale merk- of modelinschrijving met gelding voor de Benelux is de voorzieningenrechter bevoegd daarvan kennis te nemen nu dat verzoek verknocht moet worden geacht aan de gestelde inbreuk op het/de ingeroepen Uniemerk(en) respectievelijk Gemeenschapsmodel(len).
1.5.Voor zover het verzoek is gebaseerd op een ander recht dan de hiervoor in 1.1 tot en met 1.4 genoemde rechten, is de rechtbank internationaal bevoegd voor de hoofdzaak op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo [4] zodat tevens bevoegdheid bestaat kennis te nemen van het verzoek tot het treffen van voorlopige maatregelen als de onderhavige. De bevoegdheid is in de Europese Unie territoriaal onbeperkt.
1.6.Voor zover het verzoek is gebaseerd op een ander recht dan de hiervoor in 1.1 tot en met 1.4 genoemde rechten, is de rechtbank internationaal (en relatief) bevoegd voor de hoofdzaak op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I bis-Vo zodat tevens bevoegdheid bestaat kennis te nemen van het verzoek tot het treffen van voorlopige maatregelen als de onderhavige. De bevoegdheid is beperkt tot Nederland.
1.9.Voor zover het verzoek tot het leggen van bewijsbeslag verband houdt met de handhaving van een octrooi in de zin van artikel 70, 71, 72 of 73 ROW is de voorzieningenrechter relatief (exclusief) bevoegd op grond van art. 80 tweede lid sub c ROW.
1.10.De voorzieningenrechter is relatief bevoegd kennis te nemen van het verzochte bevel tot staking van de inbreuk op grond van artikel 262 aanhef en sub b Rv [8] nu gerekwestreerde gevestigd of woonachtig is in dit arrondissement dan wel de gestelde inbreuk (mede) in dit arrondissement plaatsvindt en deze rechtbank dus relatief bevoegd is kennis te nemen van de in te leiden hoofdzaak.
1.11.De voorzieningenrechter is relatief bevoegd kennis te nemen van het verzoek om verlof tot het leggen van bewijsbeslag, monsterneming, beschrijving, beslag tot afgifte en/of verhaalsbeslag op grond van (artikel 1019c lid 1 jo.) artikel 700 lid 1 Rv nu een of meer van de betrokken zaken zich in dit arrondissement bevinden, dan wel, indien het beslag niet op zaken betrekking heeft, de gerekwestreerde of (een van) degene(n) onder wie het beslag gelegd wordt, in dit arrondissement woonplaats heeft.
1.12.Nu de voorzieningenrechter internationaal en/of relatief bevoegd is kennis te nemen van het verzoek op een van de voornoemde gronden, wordt tevens geacht bevoegdheid te bestaan voor de andere gronden in het verzoek en/of andere beslagobjecten waarop het verzoek betrekking heeft.
2.Beoordeling
2.1.Voorshands oordelend bestaat geen reden aan de geldigheid van de door verzoekster ingeroepen rechten te twijfelen en is voldoende aannemelijk gemaakt dat gerekwestreerde inbreuk op die rechten maakt, althans dat de voor artikel 843a Rv vereiste rechtsbetrekking bestaat, om de toe te wijzen maatregelen te rechtvaardigen. Hierbij wordt opgemerkt dat dit voorlopige oordeel waar het een beslag, monsterneming en/of beschrijving betreft slechts na summier onderzoek tot stand is gekomen waarbij (in dit geval) alleen de verzoeker is gehoord. De drempel om een beslagverlof af te geven is in het algemeen relatief laag.
2.2.Gelet op hetgeen in het verzoekschrift is aangevoerd ten aanzien van het spoedeisend belang van verzoekster en gelet op de mate van aannemelijkheid van de inbreuk, bestaat voldoende grond voor toewijzing van het gevraagde bevel tot staking van de inbreuk zonder gerekwestreerde voorafgaand te horen.
2.3.Verzoekster heeft voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat, met inachtneming van de wederzijdse belangen van partijen, het gevraagde verlof gerechtvaardigd is, terwijl de beoogde maatregel niet op andere, voor de gerekwestreerde minder ingrijpende wijze kan plaatsvinden.
2.4.Verzoekster heeft voorts het in beslag te nemen bewijs voldoende concreet omschreven en voldoende aannemelijk gemaakt dat het in beslag te nemen bewijs zich onder gerekwestreerde of de in het verzoekschrift genoemde derde(n) bevindt.
2.5.Verzoekster heeft voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat indien de gerekwestreerde wordt gehoord gegronde vrees bestaat voor verduistering of verlies van bewijs dan wel dat dit uitstel verzoekster onherstelbare schade zal berokkenen.
2.6.Verzoekster heeft het gestelde recht op afgifte voldoende aannemelijk gemaakt.
2.7.Verzoekster heeft voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat noodzakelijk is dat de inbeslaggenomen zaken in gerechtelijke bewaring zullen worden genomen. Tevens is voldoende aannemelijk gemaakt dat voorafgaand verhoor van gerekwestreerde over de bewaring van de zaken die in beslag tot afgifte zullen worden genomen achterwege dient te blijven.
2.8.Verzoekster heeft voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat zij een vordering op gerekwestreerde heeft, die kan worden begroot op na te melden bedrag.
2.9.Verzoekster heeft voldoende aangevoerd om te concluderen dat vrees voor verduistering van de in het verzoekschrift genoemde verhaalsobjecten bestaat.
2.10.Het gevraagde bevel tot staking van de inbreuk dient te worden afgewezen omdat het niet in overeenstemming wordt geacht met de aan een ingrijpende maatregel als een ex parte verbod te stellen hoge eisen, in het bijzonder ten aanzien van de aannemelijkheid van het gestelde recht en de gestelde inbreuk daarop en ten aanzien van de spoedeisendheid van de zaak.
2.11.Het verzoek wordt op onderdelen afgewezen omdat onvoldoende aanleiding voor de verzochte maatregelen bestaat, dan wel omdat een wettelijke grondslag ontbreekt, het verzochte onvoldoende specifiek is of ter voorkoming van executiegeschillen.
3.Beslissing
3.1.wijst het verzoek af;
3.2. beveeltgerekwestreerde om onmiddellijk na betekening van deze beschikking de in het verzoekschrift beschreven (dreigende) inbreuk op de Uniemerken van verzoekster in de Europese Unie door auto’s voorzien van het ID.6-merk in te voeren, uit te voeren, aan te bieden, in de handel te brengen of daartoe in voorraad te hebben, te
stakenen gestaakt te houden;
3.3.wijst het verzochte
beveltot staking van de inbreuk af;
3.4.veroordeelt gerekwestreerde tot betaling van een
dwangsomvan € 500.000,-- [vijfhonderdduizend euro] voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat zij in strijd handelt met voormeld bevel, dan wel een dwangsom van € 150.000,-- [honderdvijftigduizend euro] voor ieder inbreukmakend product waarmee zij in strijd met dat bevel handelt, zulks ter keuze van verzoekster, met een maximum van € 1.500.000,-- [éénmiljoen vijfhonderdduizend euro];
3.5.verleent verlof tot het leggen van conservatoir
bewijsbeslagonder gerekwestreerde op de in het verzoekschrift onder [] vermelde bescheiden en/of digitale bestanden en/of gegevensdragers;
3.6.bepaalt dat indien redelijke gronden bestaan om te vermoeden dat digitale bestanden waarvoor dit beslagverlof geldt elders op een
externe serverworden bewaard, gerekwestreerde deze bestanden voor de deurwaarder toegankelijk dient te maken door het verstrekken van de benodigde wachtwoorden en inlogcodes;
3.7.bepaalt dat gerekwestreerde een
dwangsomverbeurt indien hij/zij niet voldoet aan deze medewerkingsplicht en er twee uur zijn verstreken na een verzoek van de deurwaarder daartoe, van € [] per uur met een maximum van € [];
3.8.bepaalt dat gegevensdragers van eventuele
huisgenotenvan gerekwestreerde uitdrukkelijk zijn uitgezonderd van de beslaglegging;
3.9.verleent verlof om bij gerekwestreerde []
monsterste nemen van elke type van de in het verzoekschrift onder [] bedoelde zaken;
3.10.verleent verlof om een gedetailleerde
beschrijvingte maken van de in het verzoekschrift onder [] bedoelde zaken en/of omstandigheden;
3.11.verleent verlof tot het leggen van conservatoir
beslag tot afgifteop de in het verzoekschrift onder [] bedoelde zaken;
3.12.bepaalt dat de in
bewijsbeslaggenomen zaken, monsters c.q. beschrijving in gerechtelijke
bewaringzullen worden gegeven aan de in het verzoekschrift genoemde bewaarder;
3.13.bepaalt dat de in
beslag tot afgiftegenomen zaken in gerechtelijke
bewaringzullen worden gegeven aan de in het verzoekschrift genoemde bewaarder;
3.14.bepaalt dat de deurwaarder zich bij de inbeslagneming kan laten bijstaan door de in het verzoekschrift genoemde
deskundige(n);
3.15.verleent verlof tot het leggen van conservatoir
verhaalsbeslagop de in het verzoekschrift onder [] bedoelde zaken/onder de in het verzoekschrift onder [] genoemde derden op alle gelden, geldswaarden en/of roerende zaken (niet-registergoederen) die de betreffende derde onder zich heeft en/of uit een reeds nu bestaande rechtsverhouding heeft en/of mocht verkrijgen ten behoeve van gerekwestreerde en begroot de vordering op gerekwestreerde, met inbegrip van rente en kosten, voorlopig op € [],- (zegge: [bedrag in letters] euro);
3.16.bepaalt dat [het bewijsbeslag, de monsterneming, de beschrijving, het beslag tot afgifte, het verhaalsbeslag] onder gerekwestreerde kan worden gelegd c.q. gedaan op de navolgende
locaties[]. Het beslag strekt zich tevens uit tot de zich op of nabij die locatie bevindende voertuigen die bij gerekwestreerde in gebruik zijn en kan tevens worden gelegd op enige andere locatie in Nederland ten aanzien waarvan tijdens de beslaglegging concrete aanwijzingen worden gevonden dat in beslag te nemen zaken door gerekwestreerde of door (een) derde(n) voor gerekwestreerde worden gehouden. Beslag op zaken die zich onder derden bevinden mag slechts worden gelegd binnen de grenzen van artikel 461d Rv;
3.17.bepaalt dat [het bewijsbeslag/de monsterneming/de beschrijving/het beslag tot afgifte/het verhaalsbeslag][aantal malen] kan worden
herhaaldin een periode van [] na het eerstgelegde beslag;
3.18.verbindt aan het verlof de voorwaarde dat tot een bedrag van € []
zekerheidwordt gesteld voor schade die door de tenuitvoerlegging van het verlof kan worden veroorzaakt;
3.20.Aan het verlof zijn voorts de navolgende voorwaarden verbonden.
3.21.Het is verzoekster en/of haar vertegenwoordigers in geen geval toegestaan bij het beslag, de inbewaringgeving, monsterneming en/of beschrijving tegenwoordig te zijn. Het staat de deurwaarder ook niet vrij om hierop een uitzondering te maken op grond van artikel 443 lid 2 jo 702 lid1 jo 1019c Rv door verzoekster en/of haar vertegenwoordigers toe te staan wel daarbij tegenwoordig te zijn. Die aanwezigheid wordt in geen geval noodzakelijk geacht.
3.22.Het is verzoekster en/of haar vertegenwoordigers niet toegestaan bij het beslag, de monsterneming en/of beschrijving tegenwoordig te zijn. Het staat de deurwaarder vrij om op grond van artikel 443 lid 2 jo 702 lid1 jo 1019c Rv verzoekster en/of haar vertegenwoordigers toe te staan wel tegenwoordig te zijn bij het afgiftebeslag of verhaalsbeslag, indien hij dat noodzakelijk acht, zolang is gewaarborgd dat deze personen niet aanwezig zijn bij de uitvoering van het bewijsbeslag, de monsterneming en/of beschrijving.
3.23.Het bewijsbeslag/beslag tot afgifte/verhaalsbeslag/de monsterneming en/of beschrijving mag niet plaatsvinden tussen vijf uur ’s middags en negen uur ’s ochtends en evenmin in het weekend of op een algemeen erkende feestdag, met dien verstande dat een [eenmaal/voor … uur] aangevangen beslag/de monsterneming en/of beschrijving op deze dagen en uren mag worden afgerond.
3.24.bepaalt dat de deurwaarder een afschrift van het verlof bij aanvang van de beslaglegging dient te verstrekken aan de beslagene of althans een op de beslaglocatie aanwezige vertegenwoordiger van beslagene.
3.26.bepaalt, voor zover nodig, de
termijnals bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na heden.
3.27.verklaart deze beschikking voor zover nodig uitvoerbaar bij voorraad.
3.28.wijst het overigens meer of anders verzochte af.