ECLI:NL:RBDHA:2023:7633
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Emaus-Visschers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het licht van discriminatie en racisme in Zwitserland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 21 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser betoogde dat hij in Zwitserland gediscrimineerd werd vanwege zijn Noord-Afrikaanse afkomst en dat hij slecht behandeld werd in de opvang. De rechtbank heeft de zaak op 29 maart 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht baseerde op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat men ervan uit kan gaan dat Zwitserland zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat dit niet het geval is. De rechtbank wijst op verschillende rapporten en persberichten die de situatie van mensen van Afrikaanse afkomst in Zwitserland beschrijven, maar concludeert dat deze informatie niet voldoende is om te stellen dat er een reëel risico bestaat op schending van mensenrechten bij terugkeer naar Zwitserland. De rechtbank benadrukt dat het aan eiser is om eventuele problemen in Zwitserland aan te kaarten bij de autoriteiten daar.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te nemen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.