ECLI:NL:RBDHA:2023:7627

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 mei 2023
Publicatiedatum
30 mei 2023
Zaaknummer
AWB 22/6015
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verblijfsvergunning aanvraag

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Eiser, die de Turkse nationaliteit heeft, had bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin zijn aanvraag was afgewezen. Het bezwaar werd door de staatssecretaris niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen gronden van bezwaar had ingediend binnen de gestelde termijn. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Eiser voerde aan dat hij tijdig alle juiste gegevens had ingediend en dat er geen puntensysteem geldt voor Turkse onderdanen die een verblijfsaanvraag indienen in het kader van arbeid als zelfstandige, in tegenstelling tot de opvatting van de staatssecretaris. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bewijs was dat eiser tijdig gronden van bezwaar had ingediend, waardoor het beroep kennelijk ongegrond werd verklaard.

De rechtbank heeft in haar beslissing geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak, en er is een mogelijkheid tot verzet binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/6015

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 8 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Turkse nationaliteit te hebben.
2. Bij besluit van 7 juli 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Bij het bestreden besluit is het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard omdat hij binnen de daarvoor gestelde termijn geen gronden van bezwaar heeft ingediend.
3. Eiser voert aan dat hij alle juiste gegevens in bezwaar heeft ingebracht en dat er, anders dan verweerder meent, op grond van het associatierecht met Turkije geen puntensysteem geldt voor Turkse onderdanen die een verblijfsaanvraag indienen in het kader van arbeid als zelfstandige.
4. De rechtbank is van oordeel dat hieruit niet blijkt dat eiser in bezwaar tijdig gronden heeft ingediend. Gelet hierop is het beroep kennelijk ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, op de hieronder vermelde datum en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.