ECLI:NL:RBDHA:2023:7611
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inreisverbod opgelegd aan vreemdeling wegens overschrijding van de vrije termijn
Op 3 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een vreemdeling uit Aruba, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 14 april 2022, waarbij haar een inreisverbod voor de duur van twee jaar was opgelegd. Dit inreisverbod was het gevolg van het feit dat eiseres de vrije termijn met meer dan drie dagen had overschreden en niet onmiddellijk Nederland had verlaten. Tijdens de zitting op 30 januari 2023 heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres geen zienswijze had ingediend tegen het voornemen om haar een inreisverbod op te leggen, ondanks dat zij hierover was geïnformeerd door de marechaussee. Eiseres voerde aan dat de communicatie gebrekkig was en dat haar ervaring op Schiphol traumatisch was, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende onderbouwd waren om af te zien van het inreisverbod.
De rechtbank baseerde haar oordeel op jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat individuele omstandigheden die pas in beroep worden ingediend, niet worden meegenomen als de vreemdeling in de bestuurlijke fase de gelegenheid heeft gehad om deze naar voren te brengen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om het inreisverbod te verkorten of niet op te leggen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg en geen proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 maart 2023, en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.