ECLI:NL:RBDHA:2023:7494
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opschorting van de zorgregeling voor minderjarige in het kader van ouderschapsconflict
In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 mei 2023 uitspraak gedaan over de wijziging van de zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het in het belang van [minderjarige01] noodzakelijk is om de zorgregeling met de vader op te schorten. Dit besluit is genomen na een langdurige en destructieve strijd tussen de ouders, die heeft geleid tot een situatie waarin [minderjarige01] al geruime tijd geen contact meer heeft met zijn vader. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de onderlinge verstandhouding is ernstig verstoord, wat schadelijk is voor de ontwikkeling van [minderjarige01]. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder het verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, om de zorgregeling te wijzigen. De kinderrechter heeft ook de argumenten van de vader en de moeder gehoord. De vader heeft verweer gevoerd tegen het verzoek, terwijl de moeder instemde met de opschorting. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de huidige zorgregeling niet uitvoerbaar is en dat het in het belang van [minderjarige01] is om hem rust te geven en hem te beschermen tegen de conflicten tussen zijn ouders. De kinderrechter heeft benadrukt dat het essentieel is dat [minderjarige01] in de toekomst de ruimte krijgt om contact met zijn vader te herstellen, maar dat dit op een rustige en ontspannen manier moet gebeuren, waarbij de ouders zich moeten voegen naar de regie van de gecertificeerde instelling.