6.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan uit de rapportages en tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. De verdachte zag dat de aangever en zijn stiefvader ruzie met elkaar hadden, waarbij slaande bewegingen werden gemaakt. De verdachte heeft de aangever vervolgens van achteren aangevallen door viermaal met een mes in zijn rug te steken. De verdachte heeft daarmee buitensporig agressief gehandeld. De aangever heeft door dit geweld een spierbloeding, een klaplong en een beschadigde nier opgelopen. Naast de fysieke gevolgen voor de aangever, is het voorstelbaar dat het handelen van de verdachte ook een grote mentale impact op hem heeft gehad. Immers, de aangever was zo angstig na het incident, dat hij in eerste instantie geen aangifte durfde te doen.
Het voorgaande rekent de verdachte zwaar aan. Daarnaast vindt de rechtbank het zorgelijk dat de verdachte ogenschijnlijk uit het niets in staat is tot zulk explosief geweld. Ook vindt de rechtbank het zeer zorgelijk dat verdachte heeft aangegeven trots te zijn op het feit dat hij zijn vader heeft verdedigd. Het geweld heeft bovendien plaatsgevonden in een woonwijk op een zomerse avond, waardoor er veel toeschouwers op straat waren.
Strafblad
De rechtbank stelt aan de hand van de Justitiële Documentatie van 13 april 2023 vast dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 21 april 2023 en de Pro Justitia-rapportage van 10 maart 2023. Er is, samengevat, als volgt gerapporteerd.
Rapport Raad voor de Kinderbescherming
Het Algemeen Recidive Risico van de verdachte is midden. Het Dynamisch Risico Profiel is hoog. Het beeld dat uit het Dynamisch Risico Profiel naar voren komt sluit aan bij het beeld dat de Raad van de verdachte heeft. Er zijn grote zorgen over de ontwikkeling van de verdachte. Deze zijn vooral gelegen in zijn morele ontwikkeling, emotie regulatie en vaardigheden. De verdachte is een jongen die zijn vaardigheden onvoldoende ontwikkeld heeft. Hierdoor reageert hij vanuit impuls en zonder na te denken. De indruk bestaat dat de verdachte wel degelijk weet welke normen en waarden gelden in de samenleving, maar dat hij deze niet kan inzetten op momenten dat je dat wel zou verwachten van een jongen van zijn leeftijd. Ook zijn er zorgen om de morele ontwikkeling van de verdachte, omdat hij niet kan reflecteren op zijn gedrag en/of zich kan inleven in het gevoel van een ander.
Met betrekking tot de emotie regulatie van de verdachte is te zien dat hij impulsief handelt en vooral gevoelens van boosheid, irritatie en krenking lijkt te ervaren. De verdachte kan dan zowel verbaal als fysiek agressief reageren. Het is belangrijk dat de verdachte behandeling krijgt, zodat hij zich pro sociaal leert gedragen en hij zich dit gedrag ook eigen kan maken.
Een behandeling gericht op de emotie regulatie van de verdachte is passender dan een leerstraf zoals Tools4You. Gezien de complexe gedragsproblematiek die de verdachte laat zien is een behandeling gericht op emotieregulatie/agressieregulatie en de morele ontwikkeling passender. Een leerstraf zoals Tools4U is hiervoor te kortdurend. Daarbij leert de verdachte op dit moment ook van zijn coach nieuwe vaardigheden aan die hij zich eigen probeert te maken. Ook wordt gedacht aan systeemtherapie in de vorm van MDFT of FAST gericht op de relatie tussen de verdachte en moeder. Het is daarbij wel belangrijk dat de jeugdreclassering strenger gaat controleren op de naleving van de bijzondere voorwaarden en eventueel consequenties verbindt als de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt. Dit omdat de verdachte structuur nodig heeft en als hij enige ruimte voelt, deze ook pakt.
Pro Justitia-rapportage, opgesteld door [naam 2] , GZ-psycholoog
De verdachte is gediagnosticeerd met een normoverschrijdende gedragsstoornis, met beperkte pro-sociale emoties, met zelfbepalend gedrag, moeite met regels en gezag, emotie regulatieproblemen en een gebrekkige gewetensontwikkeling.
De verdachte zal langere tijd nodig hebben om nieuw pro-sociaal gedrag in te slijten waarmee het risico op recidive van gewelddadig gedrag kan worden voorkomen. Hij is in staat gebleken om te profiteren van de externe structuur die hem in een ambulant strafrechtelijk kader werd opgelegd mits er heel consequent wordt toegezien op de naleving van de afspraken en het inzetten van de afgesproken consequenties. Vanwege het recidivegevaar, maar ook om een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de verdachte te stimuleren, zijn intensieve begeleiding en veel toezicht nodig, in combinatie met een signaal dat zijn handelen niet zonder gevolgen is. Het beïnvloeden van zijn handelen, het recidivegevaar en de noodzaak voor intensieve begeleiding maakt een kader noodzakelijk waarin op korte termijn kan worden ingegrepen wanneer de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt. Op die manier kan voor deze weinig intrinsiek gemotiveerde jongen een omgeving en kader worden vormgegeven waarin hij kan en ‘moet’ oefenen met het inslijten van passend gedrag. De verdachte dient te leren om zijn emoties te reguleren en daar passende oplossingsstrategieën voor te kiezen en in te zetten. Het is van belang om daarmee zijn functioneren in de verschillende levensdomeinen te verbeteren en hiermee grensoverschrijdend gedrag en daarmee recidive gevaar te voorkomen. De verwachting is dat hij zonder een dergelijk kader een gevaar voor de maatschappij zal zijn. In de sturing en begeleiding dient aandacht te zijn voor zijn het geringe probleembesef bij de verdachte, zijn risicovolle keuzes en de manier om daar mee te leren omgaan binnen de verschillende levensdomeinen waaronder scholing en werk maar ook binnen vrije tijd.
De verdachte wordt bij bewezenverklaring van het tenlastegelegde in verminderde mate in staat geacht het ontoelaatbare van zijn handelen goed in te zien en alternatieve oplossingsstrategieën te overwegen en toe te passen. Er wordt daarom geadviseerd om hem het tenlastegelegde in een verminderde mate toe te rekenen. Het samenvattend oordeel van de kans op recidive van een toekomstig gewelddadig delict wordt matig/hoog geschat, wanneer de omstandigheden en zijn persoonlijke belangen niet voldoende veranderen.
De heer [naam 4] heeft, namens de Raad voor de Kinderbescherming, als deskundige ter terechtzitting het volgende aangegeven. Het risico dat de verdachte opnieuw een dergelijk feit begaat, wordt best groot ingeschat. Het is zorgelijk dat de verdachte moeite heeft om zich te verplaatsen in het slachtoffer en dat hij bepaalde dingen niet kan inzien. De verdachte weet wel welke normen en waarden gelden en beschikt over vaardigheden, maar zet deze niet op het juiste moment in. Het is belangrijk dat hij de juiste vaardigheden leert, zodat hij uiteindelijk als volwassene een mooi leven kan leiden. De verdachte laat zich begeleiden en maakt kleine stappen in de goede richting, maar individuele behandeling in het strafrechtelijk kader om zijn vaardigheden te vergroten is zeker noodzakelijk. Ook systeemtherapie speelt hier een grote rol in. Daarbij wordt geadviseerd om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
De heer [naam 3] heeft, namens de jeugdreclassering, als deskundige ter terechtzitting het volgende naar voren gebracht. Sinds kort gaat het steeds beter met de verdachte. De beginfase is heel moeizaam geweest, vooral met betrekking tot de dagbesteding. De verdachte kwam regelmatig te laat bij 070Watt, kwam in conflict met de begeleiders en zag het nut er niet van in. In de thuissituatie zijn minder zorgen. Wel zijn daar veel kinderen, waardoor de verdachte de behoefte heeft om naar buiten te gaan. Op de sociale contacten die hij dan had, was geen zicht. Ook in de weekenden ontbreekt het aan zicht op de verdachte. Coaching is hierbij heel belangrijk. De verdachte heeft namelijk structuur, duidelijkheid en regelmaat nodig. Door gesprekken bij 070Watt en met de coach te voeren, zal de verdachte meer inzicht in zijn gedrag moeten krijgen.
De heer [naam 5] heeft, namens Coach Vooruit, als deskundige ter terechtzitting aangegeven dat de verdachte een jongen is die veel heeft meegemaakt en bij vlagen weinig vertrouwen heeft in de beloftes van andere mensen. Tegelijkertijd is te zien dat hij iets van zijn leven wil maken. De verdachte heeft bereidwilligheid en motivatie getoond, maar is ook enorm met zichzelf aan het worstelen. Hij is gebaat bij ondersteuning op emotioneel gebied. Een kamertraining biedt daarin veel voordelen, omdat vanuit daar ook toezicht en begeleiding op de verdachte wordt gehouden en hem daar sociale vaardigheden worden aangeleerd.
Toerekeningsvatbaar
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen voor wat betreft de toerekeningsvatbaarheid over en acht de verdachte daarom verminderd toerekeningsvatbaar.
Strafmodaliteit en strafmaat
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit, de oriëntatiepunten, de justitiële documentatie, de persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals die blijken uit de hiervoor genoemde rapporten en hetgeen door betrokkenen ter zitting naar voren is gebracht. De rechtbank vindt gelet op de ernst van het feit een aanzienlijke jeugddetentie op zijn plaats, waarvan het grootste gedeelte voorwaardelijk zal worden opgelegd. Gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte is het belangrijk dat hij voor een langere periode behandeling heeft en wordt ondersteund waar dat nodig is. Daarom zal de rechtbank aan het voorwaardelijk deel van de straf bijzondere voorwaarden verbinden, die hierna zullen worden benoemd.
De rechtbank zal de door de Raad voor de Kinderbescherming geadviseerde systeemtherapie niet als bijzondere voorwaarde opleggen. Ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte, maar ook zijn moeder, zich hier zodanig tegen verzetten dat deze voorwaarde niet uitvoerbaar zal zijn. Desalniettemin geeft de rechtbank de verdachte en zijn moeder sterk in overweging om systeemtherapie te volgen wanneer dat, bijvoorbeeld naar aanleiding van de individuele behandeling van de verdachte, noodzakelijk blijkt te zijn.
De rechtbank overweegt voorts dat het uiterst belangrijk is dat door de jeugdreclassering zeer strikt wordt toegezien op de naleving van de bijzondere voorwaarden en dat consequenties worden ingezet wanneer de verdachte deze voorwaarden niet nakomt.
Alles afwegende zal de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, de verdachte een jeugddetentie voor de duur van 180 dagen opleggen, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, en waarvan 135 dagen voorwaardelijk. Op deze manier wordt recht gedaan aan de ernst van het gepleegde feit, en gaat er een signaal uit naar de verdachte om hem ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen en gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten een poging tot doodslag.
Gelet op de ernst van het feit en de rapporten omtrent zijn persoon, waaruit naar voren komt dat de verdachte hulpverlening en begeleiding nodig heeft teneinde het recidiverisico te beperken, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.