10.De beslissing
bewezenverklaring
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1, 2, 3,4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven in paragraaf 4 is omschreven en kwalificeert dit als
medeplegen opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen in de uitoefening van een beroep opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
straf en/of maatregel
veroordeelt de verdachte tot
een werkstraf voor de duur van
80 (tachtig) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de tijd van
40 (veertig) DAGEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde werkstraf wordt afgetrokken;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag;
bepaalt dat een gedeelte van de werkstraf, groot
40 uur,niet ten uitvoer zal worden gelegd als de veroordeelde zich tot het einde van de proeftijd, die wordt vastgesteld op
1 jaar,houdt aan de volgende voorwaarden;
1. dat hij zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. dat hij gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
3. dat hij gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen of een andere, door de jeugdreclassering goedgekeurde dagbesteding heeft;
4. dat hij gedurende de proeftijd zal meewerken aan het maken van een delict analyse en meewerkt aan een door de jeugdreclassering te bepalen interventie, indien en voor zo lang als de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
5. dat hij gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect en ook niet via sociale media– contact zal (laten) opnemen, zoeken of hebben met:
- [naam 3] , geboren op [geboortedag 2] 2002;
geeft opdracht aan Stichting Jeugdbescherming west, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd
6. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
7. zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
voorlopige hechtenis
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.M.M. Engbers, kinderrechter, voorzitter,
mr. O.F. Bouwman, kinderrechter,
en mr. M.J. Bouwman, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 17 april 2023.
Mr. M.J. Bouwman is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op een of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 17 juni 2022 te Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard, en/of een of meer andere tot op heden onbekend gebleven plaats(en), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (gebruikers)hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of MDMA, zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op een of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 17 juni 2022 te Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard, en/of een of meer andere tot op heden onbekend gebleven plaats(en), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (gebruikers)hoeveelheid, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van voormeld feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
3
hij op of omstreeks 17 juni 2022 te Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2 gram (netto), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij op of omstreeks 17 juni 2022 te Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 58,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5
hij op of omstreeks 17 juni 2022 te Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool, en/of (bijbehorende) munitie, te weten tien, althans een of meer, patronen voorhanden heeft gehad.
Bijlage II
Opgave van bewijsmiddelen
De verklaring van de verdachte op de zitting van 3 april 2023;
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] -97 (pagina 438-442 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 1]
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] (pagina 460-471 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 2] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] -110 (pagina 583-591 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 3] ;
De verklaring van de verdachte op de zitting van 3 april 2023;
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] -97 (pagina 438-442 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 1]
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] (pagina 460-471 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 2] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] -110 (pagina 583-591 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 3] ;
De verklaring van de verdachte op de zitting van 3 april 2023;
Het proces-verbaal van politie [nummer 4] (pagina 303-304 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 5] (pagina 316-317 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 2] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 6] (pagina 431-433van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 7] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 7] (pagina 434-437 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 7] ;
De verklaring van de verdachte op de zitting van 3 april 2023;
Het proces-verbaal van politie [nummer 4] (pagina 303-304 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] (pagina 315 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 8] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 4] (pagina 303-304 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer 2] (pagina 478-480 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant 9] .
Alle hierboven genoemde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.