Uitspraak
[veroordeelde] ,
De vordering
De procesgang
- de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C.W. Dirkzwager;
Het advies
De standpuntenDe officier van justitie heeft de vordering gehandhaafd. Gelet op het advies van de jeugdinrichting en het advies van het Pieter Baan Centrum is het belangrijk dat de PIJ-maatregel wordt voortgezet, onder meer in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de veroordeelde. Weliswaar zal niet verder worden ingezet op behandeling, maar zal wel binnen de kaders van de PIJ-maatregel gezocht worden naar een zo geschikt mogelijke plek voor de veroordeelde. Zonder PIJ-maatregel is er geen kader meer waarin de veroordeelde beteugeld en ondersteund kan worden. Een rechterlijke machtiging in het kader van de Wet zorg en dwang is geen geschikt alternatief, omdat die maatregel binnen vier weken ten uitvoer gelegd moet worden en de veroordeelde binnen die periode naar verwachting nog niet op een voor hem passende plek terecht kan. Het is van belang dat alle betrokken partijen de komende periode alle zeilen bijzetten om een zo geschikt mogelijke plek te vinden voor de veroordeelde, zodat hij op díe plek aan de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel kan beginnen. Om de juiste plek te kunnen vinden moet de veroordeelde ook de informatie van de PPC delen met de inrichting.
De beoordeling
nietten uitvoer wordt gelegd in een justitiële jeugdinrichting. Ten slotte overweegt de rechtsbank dat het van belang is dat alle betrokken partijen zich ten volle inzetten om zo spoedig mogelijk een geschikte plek voor de veroordeelde te vinden.
Beslissing
met vier maanden.