Op 3 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde, geboren in 2001, die eerder was veroordeeld tot de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel). De vordering van de officier van justitie was gericht op verlenging van deze maatregel met zes maanden. De rechtbank heeft de vordering in raadkamer behandeld, waarbij verschillende deskundigen en de veroordeelde zelf zijn gehoord. De Pro Justitia-rapportage en andere adviezen wezen op de noodzaak van verdere begeleiding en behandeling, gezien de complexe voorgeschiedenis van de veroordeelde, die onder andere te maken heeft gehad met fysiek geweld en verwaarlozing. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde een verlenging van de PIJ-maatregel vereisen. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de PIJ-maatregel te verlengen tot 1 augustus 2023, maar niet voor de gevorderde zes maanden, omdat de veroordeelde al goede vorderingen had gemaakt en de behandeling bij de GGZ nog moest starten. De rechtbank wees de overige vorderingen af.