Uitspraak
[veroordeelde] ,
De vordering
De procesgang
- de raadsman van de veroordeelde, mr. M.R. Backer;
Het advies
De standpuntenDe officier van justitie heeft de vordering gehandhaafd.
De beoordeling
Beslissing
met drie maanden.
Rechtbank Den Haag
Op 3 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 09/807733-16, waarin de verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde werd behandeld. De veroordeelde, geboren in 1997, is bij vonnis van 16 juni 2017 veroordeeld tot de PIJ-maatregel, die onherroepelijk is geworden op 1 juli 2017. De officier van justitie heeft op 2 maart 2023 een vordering ingediend om de PIJ-maatregel met drie maanden te verlengen. De rechtbank heeft de vordering in raadkamer behandeld, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was, maar zijn raadsman, mr. M.R. Backer, wel. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende adviezen van deskundigen, waaronder gedragswetenschappers en psychiaters, die de situatie van de veroordeelde hebben beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde sinds 7 december 2022 deelneemt aan een scholings- en trainingsprogramma (STP) met elektronisch toezicht, maar dat hij door medische klachten, waaronder een hernia, niet in staat is om een dagbesteding te vervullen. De deskundigen hebben geadviseerd om de PIJ-maatregel te verlengen, omdat het nog te vroeg is voor een voorwaardelijke beëindiging. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde vereisen dat de PIJ-maatregel met drie maanden wordt verlengd. De rechtbank heeft de beslissing op 3 april 2023 uitgesproken, waarbij de termijn van de PIJ-maatregel is verlengd.