Uitspraak
[verdachte] ,
De vordering
De procesgang
- de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E.I.B. Hoffman;
Het advies
De standpuntenDe officier van justitie heeft de vordering gehandhaafd.
De beoordeling
Beslissing
met 24 maanden.
Rechtbank Den Haag
Op 12 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een jeugdige veroordeelde, geboren in 2002, die momenteel is geplaatst in een inrichting voor jeugdigen. De rechtbank behandelde een vordering van de officier van justitie om de PIJ-maatregel, die eerder was opgelegd, met 24 maanden te verlengen. De PIJ-maatregel was eerder opgelegd voor een poging tot diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld. De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van een gedragswetenschapper, dat de verlenging van de maatregel ondersteunt, en heeft de vordering in raadkamer behandeld met de betrokken partijen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich nog onvoldoende heeft kunnen ontwikkelen in de inrichting en dat er een hoog recidiverisico aanwezig is. De deskundige heeft aangegeven dat de verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is om de veroordeelde de kans te geven zich verder te ontwikkelen en om de veiligheid van anderen te waarborgen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd en de termijn van de PIJ-maatregel met 24 maanden verlengd, zodat de veroordeelde de benodigde behandelingen kan ondergaan en kan werken aan zijn toekomstperspectief.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde voorop staan. De beslissing is genomen in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de veroordeelde, met het oog op een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel in de toekomst. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van kinderrechters en is openbaar uitgesproken.