ECLI:NL:RBDHA:2023:7453
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag omgevingsvergunning voor de bouw van een woning in strijd met bestemmingsplan en onvoldoende motivering van de gemeenteraad
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een vrijstaande woning op een perceel in [plaats] beoordeeld. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg afgewezen op basis van een besluit van de gemeenteraad, die op 11 mei 2021 weigerde een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) af te geven. Eiseres betoogt dat deze weigering onterecht is, omdat het besluit van de gemeenteraad geen duidelijke motivering bevatte en niet inzichtelijk maakte welke belangen zijn afgewogen.
De rechtbank constateert dat de gemeenteraad bij de afwijzing van de vvgb geen deugdelijke motivering heeft gegeven. De verslagen van de raadsvergaderingen tonen aan dat er twijfels en bedenkingen waren, maar geven geen duidelijkheid over de afweging van de relevante ruimtelijke belangen. De rechtbank oordeelt dat het college zijn besluit om de omgevingsvergunning te weigeren niet op het besluit van de gemeenteraad had mogen baseren, gezien de gebreken in de motivering van de vvgb.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van eiseres, rekening houdend met de uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht en proceskosten aan eiseres vergoeden. De rechtbank benadrukt dat de gemeenteraad een zorgvuldige afweging van belangen moet maken en deze inzichtelijk moet maken in toekomstige besluiten.