Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 22 april 2023, waarbij haar een vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd op basis van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Dit beroep werd tevens aangemerkt als een verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op 17 mei 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar echtgenoot via beeldverbinding aanwezig waren, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en twee collega’s.
De rechtbank overwoog dat indien de maatregel in strijd is met de Vreemdelingenwet of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond verklaard kan worden. Eiseres voerde aan dat de maatregel onrechtmatig was, vooral vanwege haar emotionele toestand na een verkrachting en haar medische klachten, waaronder astma. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris op goede gronden de maatregel had opgelegd, gezien het grensbewakingsbelang. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de maatregel onrechtmatig te achten en verklaarde het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding.
De rechtbank benadrukte dat de medische problemen van eiseres geen reden vormden voor het toepassen van een lichter middel en dat niet was aangetoond dat eiseres niet bij de medische dienst terecht kon voor haar klachten. De asielaanvraag van eiseres en haar echtgenoot was op 7 mei 2023 afgewezen, en de procedure daartegen was nog gaande. De rechtbank besloot dat er geen proceskostenveroordeling zou plaatsvinden. De uitspraak werd gedaan door rechter J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier J.R. Froma, en werd openbaar gemaakt.