ECLI:NL:RBDHA:2023:7408
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag van Libische eiser met betrekking tot Marokko als veilig derde land
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een eiser van Libische nationaliteit tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De eiser heeft op 29 juni 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 januari 2023 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 8 maart 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van de eiser en de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat Marokko als veilig derde land kan worden beschouwd voor de eiser. De rechtbank stelt vast dat de eiser een band heeft met Marokko, aangezien zijn moeder de Marokkaanse nationaliteit heeft en hij de taal spreekt. De rechtbank weerlegt de stelling van de eiser dat hij niet aan de benodigde documenten kan komen om de Marokkaanse nationaliteit te verkrijgen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Marokko een risico loopt op vervolging of ernstige schade.
De rechtbank wijst ook de argumenten van de eiser af dat de staatssecretaris in strijd heeft gehandeld met het vertrouwensbeginsel en het verbod van willekeur. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag op juiste gronden heeft beoordeeld en dat de eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en biedt informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep.