ECLI:NL:RBDHA:2023:7357
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en voldoende voortvarend handelen in vreemdelingenrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2023, gaat het om een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Chinese nationaliteit, is opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel is opgelegd op 25 april 2023 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 11 mei 2023 gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 3 mei 2023 rechtmatig was. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt in de uitzetting, vooral omdat hij op 4 mei 2023 heeft aangegeven dat zijn originele paspoort beschikbaar was, maar er geen vlucht was geboekt. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat verweerder op 9 mei 2023 het paspoort heeft ontvangen en op 10 mei 2023 een vlucht heeft aangevraagd, wat voldoende voortvarendheid aantoont.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om te concluderen dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was in de toetsingsperiode. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.