ECLI:NL:RBDHA:2023:735
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een jeugdhulpaanbieder
Op 16 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. Deze zaak volgde op een verzoekschrift van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, ingediend op 28 november 2022. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [minderjarige01] belast is met het ouderlijk gezag en dat de minderjarige momenteel verblijft in een moeder-kindhuis. De kinderrechter heeft eerder, op 18 januari 2022, al een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die op 18 januari 2023 zou aflopen.
Tijdens de zitting op 16 januari 2023 is gebleken dat [minderjarige01] niet in staat is geweest om te profiteren van de geboden hulpverlening en dat er grote zorgen zijn over haar welzijn. De kinderrechter heeft geconstateerd dat [minderjarige01] niet bij haar moeder verblijft, en dat zij zwanger is. Gezien de omstandigheden en de noodzaak voor ondersteuning en begeleiding, heeft de kinderrechter besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 11 januari 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor dezelfde periode. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat [minderjarige01] de nodige hulp en begeleiding ontvangt, zowel voor haarzelf als voor haar baby.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 25 januari 2023.