ECLI:NL:RBDHA:2023:7316
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht aan Bulgarije
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Syrische verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet aan Bulgarije zou worden overgedragen terwijl zijn beroep in behandeling was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld, waarbij zowel de verzoeker als zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek toegewezen. De voorlopige voorziening houdt in dat het bestreden besluit wordt geschorst en dat de verzoeker niet mag worden overgedragen aan Bulgarije totdat er een beslissing is genomen op het beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.674,00. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er sprake is van een spoedeisend belang voor de verzoeker, aangezien hij de behandeling van zijn beroep in Nederland wil afwachten. De voorzieningenrechter heeft het belang van de verzoeker zwaarder laten wegen dan de belangen van de staatssecretaris, wat heeft geleid tot de toewijzing van het verzoek om voorlopige voorziening.