Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Tunesische vreemdeling, die op 3 maart 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere zaak en dat de huidige beoordeling zich richt op de rechtmatigheid van de maatregel sinds dat moment.
De vreemdeling heeft aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is en dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt. Hij heeft ook ernstige medische klachten, die volgens hem niet voldoende zijn meegewogen bij de beslissing om de maatregel van bewaring voort te zetten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Staatssecretaris voldoende heeft aangetoond dat de vreemdeling uitzetbaar is naar Oostenrijk en dat de medische zorg in het detentiecentrum adequaat is. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de enkele stelling van de vreemdeling dat zijn medische situatie hem detentieongeschikt maakt, onvoldoende is om de maatregel van bewaring onrechtmatig te verklaren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te oordelen dat de maatregel van bewaring op enig moment onrechtmatig was, ook niet in het kader van de ambtshalve toetsing. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 april 2023.